zaterdag 29 december 2012

Braziliaanse vrouwen zijn sexy

27 december 2012. Het is de warmste dag in Rio sinds 1915. Er werd een temperatuur opgemeten van 43,2 graden. Vanwege de vochtigheidsgraad komt de gevoelstemperatuur echter in de buurt van 50 graden.


Een lokale Tv-zender filmt aan een openbaar zwembad in Ramos, een wijk in het noorden van Rio. Een meisje in bikini begint spontaan voor de camera op baile funk te dansen. Ze draait zich om en schudt haar poep omhoog en omlaag. Vervolgens glimlacht ze en geeft kushandjes naar de camera.
Zulk flirtgedrag is typisch Braziliaans. Het lichaam tonen is onderdeel van de strandcultuur. Belangrijk in het Braziliaanse schoonheidsideaal zijn de billen.

Door de mix van Afrikaanse, inheemse, Europese en Aziatische genen is er een grote variëteit aan types vrouwen, die uniek zijn aan Brazilië, zoals bijvoorbeeld bruine huidskleur met groene ogen.


 Deze vrouw haar groene ogen zijn een genetisch kenmerk van haar Nederlandse voorouders

In Brazilië heb je alle soorten bruin. Brazilianen gebruiken veel verschillende woorden om bruine huidtypes uit te drukken (mulata, morena, negra, preta, pardo, …). Vooral de Afrikaanse invloeden maken dat Braziliaanse vrouwen zo’n mooie curven in hun lichamen hebben.
Er is geen vast type, maar als ik dan toch een onmiskenbaar Braziliaanse vrouw zou omschrijven denk ik aan een bruine huidskleur, met licht krullend donker haar.


Veel vrouwen met een iets lichtere huidskleur hebben blond haar, maar dat is bijna altijd geverfd. Echte blondines zijn zeldzaam, die komen meer voor in het zuiden van Brazilië, waar veel mensen Duitse wortels hebben. Vaak proberen vrouwen er iets Europeser uit te zien omdat dat sociaaleconomisch een hoger aanzien heeft.

Vanwege een verleden met slavernij is raciale discriminatie nog sterk aanwezig in de samenleving. Mensen die in een favela geboren zijn worden gestigmatiseerd en gediscrimineerd op de arbeidsmarkt.



Ik denk dat Brazilië het gemakkelijkste land ter wereld is om een vrouw te kussen. Niet omdat de vrouwen gemakkelijker zijn, maar omdat een losse omgang met seksualiteit typisch is aan de Braziliaanse cultuur.
In Brazilië is kussen in een sociale omgeving zoals een discotheek de norm. Een kus is onderdeel van de initiële kennismaking, en een manier om te ontdekken of er chemie tussen twee personen is.


Ik citeer een uitspraak van een Braziliaan: “If a Brazilian woman doesn’t have a boyfriend, she’s available.”
Een typisch verloop van een feestje in Brazilië is niet dat mensen afgesloten in groepjes vrienden blijven. De mannen gaan op jacht en de vrouwen worden gejaagd. Braziliaanse vrouwen nemen ook vaak zelf initiatief. Het zal maar een paar uur duren of veel meisjes hebben één of meerdere mannen gekust. Een kus is dus ook geen grote mijlpaal.


Het Braziliaanse verleiden is vaak een spel waarbij de man persistent de vrouw probeert te domineren en de vrouw de man meerdere keren afwijst alvorens toe te geven. Het hangt van vrouw tot vrouw af, maar als een man alleen praat en te lang wacht met kussen gaat de vrouw een andere man kussen.
Vrouwen zijn ook heel direct als ze geen interesse hebben. Vaak zullen ze met een vinger zwaaien, want een gewone 'nee' betekent vaak 'doe nog wat meer moeite'. Vrouwen hebben niet de gewoonte om mannen aan het lijntje te houden.


Een snelle kus is geen uitnodiging tot gemakkelijke seks. De vrouwen gaan niet zo maar na één nacht met een man naar huis.
Vaak spreekt men een paar dagen later af om iets te gaan drinken of naar het strand te gaan. Brazilianen hebben een heel relaxte opvatting met tijd: het is gewoon om een halfuur later op de afspraak te arriveren.



Volgens een internationaal onderzoek van Durex (2000) uitgevoerd in 37 landen staat Brazilië op de derde plaats met gemiddeld 12,5 bedpartners t.o.v. een landengemiddelde van 8,2. In dat zelfde onderzoek staat Brazilië op de tweede plaats wat betreft leeftijd ontmaagding met 16,2 jaar t.o.v. een landengemiddelde van 18,1.


In een later onderzoek van Durex (2008) uitgevoerd in 26 landen scoort Brazilië het hoogste op de grafiek met ‘overall level of sexual confidence’. De grafiek geeft regionale variaties weer. Amerikaanse landen scoren het hoogst, Aziatische landen het laagst. Europa, Oceanië en Afrika scoren gemiddeld.



Andere onderzoeken geven verschillende cijfers weer, maar ze wijzen min of meer dezelfde richting uit.

dinsdag 18 december 2012

Brazilian jiu-jitsu trainen in Rio de Janeiro

Het eerste wat me opviel is dat men in Brazilië niet over "Brazilian jiu-jitsu" spreekt maar gewoon over "jiu-jitsu". Logisch eigenlijk, maar ik had er nog niet bij stil gestaan. Bovendien is BJJ niet hetzelfde als klassieke jiu-jitsu.

BJJ heeft zich ontwikkeld in Rio. De beste scholen ter wereld liggen in Rio. Elke school heeft een verschillende stijl. In de ene school wordt er wat bruter gevochten, terwijl de andere meer technisch is. In de ene school is de sfeer competitief, in de andere meer relaxed.
Drie clubs ben ik gaan bekijken. De eerste was die van Rolker Gracie, de broer van Royce Gracie. Het was een eer om hem te zien: ik bedoel, de Gracie familie is een levende legende.

Maar ik vond hem nogal duur. 220 reais per maand voor één les elke weekdag. Ook was de zaal niet zo groot. Er zat zoveel volk dat er bijna geen plaats was op de mat.
De volgende school was Checkmat. Ook hier was het te druk en ik vond de zaal te smal. De prijs was 200 reais per maand, maar wel voor drie lessen per weekdag. Wat me een beetje tegenstak was dat Brazilianen maar 150 reais per maand moeten betalen. Waarom gringos niet gelijk behandelen?

De derde school die ik bezocht was De La Riva. Deze school was me ook al op voorhand aangeraden. Ricardo De La Riva is bekend in het milieu. Zijn lessen zijn technisch hoogstaand en hij heeft een aangename persoonlijkheid.
Ricardo De La Riva
Ook hier was de mat druk bezet, maar daar zou ik later wel aan wennen. Voor 180 reais per maand kan je drie lessen per weekdag volgen. Deze scholen zijn goed draaiende ondernemingen. Elke les zijn er rond de 30 aanwezigen, een mix van Brazilianen en enkele buitenlanders die in Rio komen trainen.

De sfeer is altijd relaxed bij De La Riva. Bij het binnenkomen geeft iedereen elkaar een hand, als teken van respect. Tijdens het rollen is er geen sprake van stoerdoenerij.
Het niveau is hoog. Ik zag in totaal meer dan 30 zwarte banden over de mat rollen, waarvan sommigen nog maar in het begin van hun twintiger jaren leken, en zelfs één vrouwelijke zwarte band. Verder komen er regelmatig wereldkampioenen trainen zoals bijvoorbeeld Felipe Costa.

Hoe vroeger je op de dag komt, hoe minder volk, maar de beste lessen zijn meestal ’s avonds. De opwarming bestaat uit stretching. Ik ben gewoon dat er wat meer wordt rondgelopen en gekoprold om de spieren los te maken, maar daar is hier eigenlijk geen plaats voor.
Meestal worden er maar één of twee technieken per les getoond, maar de technieken zijn wel state of the art. Daarna wordt er veel tijd besteed aan drillen en rollen. In deze club is het de gewoonte dat de leraar aanduidt wie met wie rolt.

De gevechten beginnen altijd vanuit guard positie, een noodzaak vanwege het plaatsgebrek. Dat stoort me niet echt, want zwaar op take downs trainen resulteert soms in rugklachten. Bovendien kan je bij BJJ makkelijk staand in guard trekken.
De mensen die hier komen trainen zijn heel gemotiveerd. Als je dagelijks traint leer je op korte tijd veel bij en bouw je en snel een goede conditie op.

Er gaat niets boven een keiharde training, jezelf kapot zweten, een koude douche nemen, buiten komen in het zwoele klimaat en een ijskoude açai eten.

maandag 17 december 2012

Uitgaan in Rio de Janeiro: de beste discotheken

Hier is Hij dan: de ultieme gids voor het nachtleven in Rio de Janeiro!

Rio heeft grofweg 6 miljoen inwoners, dus er zijn verhoudingsgewijs (naar mijn wilde schatting) meer dan 100 discotheken. Natuurlijk heb je er maar een vijftal nodig om je goed te kunnen amuseren.
Eerst even de negatieve punten: uitgaan in Rio is niet zo goedkoop, meestal betaal je tussen 20 en 60 reais entree (vrouwen minder). Verder ligt alles verspreid in de gigantische stad. Daarom was het in het begin wel even gokken. Als je taxi en inkom betaalt voor een club wil je daar liefst ook blijven, maar misschien ben je er op de verkeerde avond.

Het is dus niet alleen een kwestie van waar, maar ook wanneer. Het heeft even geduurd vooraleer ik dat allemaal uitgepluisd had. Gaandeweg ontdekte ik via cariocas nieuwe en betere plaatsen.

Hoewel er elke dag van de week wel iets te doen is, vind ik alleen donderdag, vrijdag, zaterdag en zondag echt de moeite. Ja,  zondag is in Rio een goede avond om uit te gaan. Maandag is de rustdag.
Als je langere tijd in Rio verblijft suggereer ik om op donderdag & zaterdag of op vrijdag & zondag uit te gaan.

De beste uitgaansbuurt van Rio is Lapa. Daar zijn vele bars, een aantal discotheken, en in het weekend is er ook feest op de straten. Er staan dan overal standjes waar je goedkope cocktails of snacks kan kopen. Later op de avond spelen er straatmuzikanten rondom de bogen van Lapa. De mensen die daar feesten zijn vaak favelados, die geen inkom in een club kunnen betalen.
Arcos da Lapa

De andere clubs liggen meer versnipperd over de stad. De clubs in Ipanema, Leblon en Gávea (o.a. Praia, Melt, 00, Miroir) zijn iets meer gericht tot de hogere klasse. Je betaalt iets meer inkom, maar deze clubs trekken de mooiste vrouwen aan.

Ook in Barra da Tijuca ligt een duurdere uitgaansbuurt (o.a. Nuth, Boate 021, Capitonné, Zax), die ook wel het Miami van Rio wordt genoemd.  Het ligt een beetje afgelegen, maar het is zeker een bezoekje waard.

De beste clubs zijn op:

Woensdag: Casa da Matriz (Botafogo) beste club als je van alternatieve stijl houdt, schappelijke prijzen, rock, pop & electronische muziek. De beste avonden in Casa da Matriz zijn eigenlijk donderdag, vrijdag en zaterdag.
Alternatief op woensdag is Guimo's Pub (Copacabana) latino en commerciële muziek, hier komen veel gringos en gringohunters. Niet echt mijn ding, maar wel populair onder toeristen die korte tijd verblijven.

Donderdag: Lapa 40 Graus (Lapa) drie verdiepen, op eerste twee staan snookertafels, op derde verdiep discotheek, meestal optreden gevolgd door DJ.

Alternatief op donderdag is Emporio Bar (Ipanema) begint pas laat vol te lopen, hier komen veel gringos en gringohunters. Ik heb dit soort plekken lang vermeden, maar bij nader inzien was het wel een goede plek om vrienden te maken.
Vrijdag: Mariuzinn (Copacabana) goede prijs, jong publiek, commerciële dansmuziek. Deze club was altijd gevuld met mooie meisjes.

Zaterdag: Rio Scenarium (Lapa) klassieker, wees er om 22 uur, publiek tussen 18 en 60 jaar, grote en stijlvolle club met drie verdiepen, gelijkvloers samba, tweede verdiep heeft zaal met DJ.
Zondag: Casa Rosa (Laranjeiras) en daarna Buxixo (Tijuca) Casa Rosa begint vroeg en sluit om 01:00 uur, vandaaruit niet ver met taxi naar Buxixo dat nog veel later open is.


Gebruik ook deze site:
Festa da Semana: Algemene party-agenda 

De meeste clubs maken promotie via facebook. Door het opzoeken van een event kan je soms ook afleiden hoeveel mensen er gaan komen.

Nog andere goede clubs:
Barra Music (Barra da Tijuca) grootste club die ik ooit gezien heb, met groot podium. Capaciteit: 6500 personen. Moet je zeker eens zien. Het enige nadeel is dat het helemaal in Barra da Tijuca ligt, ongeveer 40 minuten rijden van Copacabana. Drank en inkom zijn heel goedkoop. Beste dag is vrijdagavond. Eerst optreden, daarna DJ. Ik vond het daar prima, maar mijn partymate vond deze club té groot.

Barra Music

Fosfobox (Copacabana) een discotheek in een kelder. Hier worden elke avond verschillende muziekstijlen gespeeld. Als er baile funk of pop/electro gedraaid wordt zijn het vaak leuke feestjes.

Fosfobox en andere clubs in Botafogo (zoals Casa da Matriz) vormen Rio's alternatieve scene, hoewel Fosfobox ook veel mainstreamavonden heeft. De mensen zijn er meer openminded t.o.v. homoseksualiteit. Daarom dat je in deze clubs wel vaker homo's ziet kussen, maar de meeste mensen zijn wel hetero. Als een meisje sneakers en een hemdje draagt is ze waarschijnlijk lesbo.

Espaço Acústica (Centro) ook hier komen veel homo's, maar evengoed veel hetero's. Deze club heeft drie verdiepen met drie muziekstijlen. Het bovenste verdiep is een open dakterras met een vrij mooi uitzicht op allerlei flatgebouwen. Op het tweede verdiep werd er karaoke gezongen en op het gelijkvloers ligt de main dancefloor. De club heeft comfortabele zeteltjes en een goed aircosysteem. Ik had de indruk dat het publiek nogal vrij jong was.

Nuth (Barra da Tijuca) deze discotheek ligt in de nouveau riche buurt van Rio de Janeiro. De meisjes die hier komen dragen vaak gouden ringetjes, en hebben dikwijls geblondeerd haar. Ik dacht dat de sfeer in een chiquere club zoals Nuth afstandelijker ging zijn, maar daar is niets van waar. Als je geen Portugees spreekt heb je hier meer kans om mensen tegen te komen die Engels spreken. 

Dit is ook zo'n tent waar je beter te vroeg dan te laat kan aankomen, ik zou zeggen voor 23 uur. Als je echt veel te vroeg bent raad ik aan om eens naar het strand en terug te stappen, dan heb je in idee hoe de buurt er uit ziet.  
Ontdek meer tips i.v.m. uitgaan in Brazilië in dit artikel.
 Klik op de afbeelding om te vergroten.

zondag 16 december 2012

Complexo do Alemão, Rio de Janeiro

De meeste foto’s die je van 'a cidade maravilhosa' ziet zijn in de Zona Sul getrokken: je ziet het Christusbeeld met Suikerbrood op de achtergrond, of het strand met hier en daar groene bergen in het decor.

Het noordelijke gedeelte van de stad is echter véél groter, maar ziet er bijlange niet zo wonderbaarlijk uit. Het is veel vlakker en er staan niet zo veel groene heuvels.
Als je een goed beeld van de Zona Norte wil krijgen, moet je eens de kabelbaan van Complexo do Alemão nemen. Complexo do Alemão is een cluster van 15 favela’s met ongeveer 300 000 inwoners.

Tot in de late jaren ’40 werd dit terrein als landbouwgrond gebruikt. De eerste landeigenaar was een immigrant van Poolse origine. Vanwege zijn uiterlijk noemden de lokale bewoners hem ‘de Duitser’. Zijn land werd gradueel verdeeld en verkocht aan families die een betaalbare woonst zochten in de Zona Norte.
Eind jaren ’60 was er een grote instroom van migranten uit het noordoosten van Brazilië. De grote aangroei van bewoners vond echter plaats eind jaren ’80, toen gouverneur Lionel Brizola de landbezetting autoriseerde.

Vanaf begin jaren ’90 werd Complexo do Alemão gecontroleerd door gewapende drugsdealers. Complexo do Alemão was één van de gevaarlijkste buurten in Rio. Het kreeg de bijnaam ‘Gazastrook van Rio’ vanwege de vele schietpartijen tussen rivale drugsbendes en tussen drugsdealers en politie.
Op 27 juni 2010 was er een grootschalige operatie waarbij 2600 soldaten en politieagenten de controle overnamen, hierbij vielen 37 doden.
 
 
Op 18 april 2012 werden de eerste UPP’s geïnstalleerd om de controle te handhaven. Uit gesprekken met favelados hebben ik kunnen afleiden dat de meesten vinden dat de toestand verbeterd is na de pacificatie.
In de 2011 werd de kabelbaan geopend. Deze is 3,5 km lang en heeft 6 stations. Voor één real kan je het hele traject afleggen.


Hoe geraak je daar? Neem de metro tot Central. Vanuit Central neem je de trein tot Bonsuccesso. In het treinstation van Bonsuccesso begint de kabelbaan. De kabelbaan heeft een capaciteit van 3000 personen per uur en per richting, maar die capaciteit wordt bijlange niet benut. De enige persoon die ik zag was een man die een doos met pakken chips meehad voor zijn winkeltje achteraan in de favela.
 
Toch vind ik het goed dat er niet duizenden toeristen in de liftjes zitten, want dan zou het een geperverteerde vorm van poverty tourism worden, omdat je eigenlijk boven de mensen hangt en een beetje in hun privéleven kan kijken zonder je echt in de favela te begeven, zoals kijken naar dieren in een dierentuin.


In vergelijking met andere favela’s is Complexo do Alemão een meer platte en uitgestrekte favela. Het is niet één van de mooiste favela’s. Tijdens de treinrit daarheen leek het eerder of ik in één van de vuilste buurten van Rio kwam.

Anderzijds heeft een favela iets kunstig. Toen ik als reisleider in Italië werkte, waren veel bejaarde toeristen gek van Positano, een dorpje aan de Amalfikust, terwijl ik er zelf geen fluit aan vond. Qua opbouw heeft Positano veel weg van een typische favela in Rio.

Hieronder twee foto's. De eerste foto is Positano aan de Amalfikust, de tweede Vigidal in Rio de Janeiro.

 
Zie je de gelijkenis? Resideren in Positano is extreem duur, wonen in Vigidal is heel goedkoop.

woensdag 12 december 2012

Typologie van mensen op Copacabana

Zien en gezien worden, dat is de sfeer op Copacabana. Na vele malen vertoeven op het strand heb ik de volgende types kunnen destilleren:

De verkoper verdient zijn brood door de hele dag onder de felle zon het strand af te slenteren met een frigobox of een rek zonnebrillen over zijn schouder. Je hoort hem al van ver aankomen. Op melodische en ritmische wijze roept hij enkele koopwaren: “Coca cooola, cerveeeja, guaranaaa!” of “Sanduiiii-che naturaaaal!”
De blikjesverzamelaar loopt rond met een vuilzak een vraagt lege blikjes aan de mensen om zo een centje bij te verdienen. Hij verdient weinig maar doet nuttig werk.

De gangster-favelado is donkerbruin, heeft geblondeerd haar, een gouden ketting om zijn nek, blinkende oorbellen en dikke ringen rond zijn vingers. Hij heeft een muziekspeler bij met baile funk en wordt vergezeld door enkele van zijn trawanten.

De voetballer is erg behendig in het in de lucht houden van een bal. Ofwel staat hij in een groepje op het hardere zand aan het water te jongleren, ofwel toont hij zijn kunstjes op één van de voetvolley- of voetbalveldjes meer vanachter op het strand.

De surfer zit liever in het water dan op het strand. De hele dag wacht hij op die perfecte golf. Ook al zijn er niet zoveel golven, door de jodiumlucht heeft hij het beste van de zee en gaat met een opgewekt gevoel naar huis.
De spierkweker staat als een levend museumstuk op het strand te pronken. Een lelijke tribal ontsiert zijn opgepompte bovenarmen. In zijn vrije tijd betáált hij om gewichten te heffen. Hij is sterk, maar heeft trage spieren. Van vechtsport heeft hij nog geen kaas gegeten. Zijn overtuiging is dat spiermassa de sleutel tot succes is met vrouwen.

De Braziliaanse babe heeft een sexy lichaam een draagt een weinig verbergende bikini. Ze wordt graag bekeken: hand in hand met een vriendin loopt ze naar de zee maar gaat niet dieper dan kniehoogte in het water zodat haar lichaam goed zichtbaar blijft. Soms staat ze een halfuur onder de douche op het strand.
Een andere geliefde bezigheid is dat ze gaat staan en haar billen volledig wit insmeert met een dikke laag crème. Om de crème te laten intrekken moet ze een halfuur blijven staan. Natuurlijk heeft ze veel te veel crème gebruikt en zal ze haar billen achteraf moeten gaan afspoelen in de zee.

De omliggende mannen lijken te zonnen, maar in feite gluren ze met hun kameleonogen vanachter hun weerspiegelende zonnebril als een keurslager naar het vrouwelijk vlees.

 

vrijdag 7 december 2012

Klimmen in Rio de Janeiro: Pedra da Gávea


Ik sta op de top van Morro Dois Irmãos. Achter ons zie ik een nog hogere berg: de Pedra da Gávea. Met 844 meter is Pedra da Gávea een van de hoogste bergen van Rio. Damn, die moet ik beklimmen!
Een paar dagen later stelt Laurent – een Fransman die twee weken in Rio verblijft en waar ik al een paar keer mee gaan trekken was – voor om de Pedra da Gávea te doen.

Het pad begint op het einde van de Estrada Sorima. Vanuit Zona Sul is er een goede busverbinding. Stap af wanneer je de berg net gepasseerd bent (als je vanuit Zona Sul komt), want het pad begint aan de westkant van de berg.



Aan het eind van de Estrada Sorima ligt de ingang van het park. De moeilijkheidsgraad van het pad wordt omschreven als ‘hard’ en de tocht duurt 2,5 uur. Ik denk dat we er minder over gaan doen. Ik herinner me nog dat ik een wandeling deed in een natuurpark in de V.S., toen stond er ook 1,5 uur en hebben we er amper 45 minuten over gedaan! Waarschijnlijk was dat omdat zwaarlijvige Amerikanen trager stappen.

Het is verboden om na 14 uur te vertrekken. Aan de ingang moet je je naam en telefoonnummer opgeven, voor het geval dat je niet op tijd terug zou komen. Achteraf ben ik wel te weten gekomen dat het toegelaten is om met een tent op de top te slapen, als je het vraagt aan de parkwachter die bij de ingang staat.
Het eerste deel van de tocht gaat door de jungle. Dit deel is vrij gemakkelijk, hoewel er hier en daar al stukken bijzitten waarbij je omhoog op de rotsen moet klauteren.


Op een gegeven moment hoor ik boven ons geritsel in de bomen. Na enkele minuten pauzeren komt een hele apenfamilie tevoorschijn. Ik tel zo’n 12 stuks. Ik probeer contact te leggen met de apen. Ik grijp een dun boompje vast en begin er mee te schudden zodat de blaadjes luid ritselen.

Tot mijn verbazing grijpt één van apen ook een tak vast en begint er hevig mee te schudden. De minuten die daarop volgen schudden we om te beurt met een tak. Zijn imitatie was een vorm van communicatie. Facebook-vrienden zijn we niet geworden. Als vorm van dank gooi ik een halve banaan in de bossen.

We stappen verder. Het zweet druipt in liters van mijn lijf. Ik wring mijn T-shirt uit. Tweederde van de tocht loopt door de jungle. Wanneer we uit de jungle komen verschijnt er een grote monoliet in beeld.

Op dat moment ben ik al bijna door mijn watervoorraad heen. Mijn advies is om 3 liter water per persoon mee te nemen. En een lunchpakket.
Vanaf hier begint het moeilijke gedeelte. Het moeilijkste stuk is een steile rotsoppervlakte waarbij je moet klimmen zoals op een klimmuur.


Het paadje baant zich een weg rond de monoliet. Af en toe zijn er nog uitdagende stukken, bijvoorbeeld ergens moet je je via een kabel laten zakken.


In totaal hebben we er 1 uur 40 min. over gedaan om tot de top te geraken, in stevig tempo weliswaar.

Naast het Christusbeeld is dit één van de beste uitzichtpunten van Rio. Cristo Redentor ligt meer centraal, maar het stikt er van de toeristen waardoor je voortdurend in de rij moet wachten. Geef mij maar Pedra da Gávea.
Het topgedeelte is vrij groot, dus je hangt er makkelijk een uurtje rond om kiekjes te trekken. Als het zonnig en helder weer is, is het vrij warm op de top.

Aan de oostkant zie je Cristo Redentor, Lagoa, Pão de Açúcar, Rocinha en Morro Dois Irmãos.
Aan de zuidkant ligt de Atlantische Oceaan.
Aan de westkant zie je Barra de Tijuca met Lagoa de Tijuca.
Aan de noordkant ligt Floresta da Tijuca.
Ik ben tot het inzicht gekomen dat er in Rio de Janeiro veel mogelijkheden om te hiken zijn. Pedra da Gávea staat voorlopig op nummer één, vanwege het panorama en de moeilijkheidsgraad.

Op de terugweg zagen we nog een groepje Amerikanen, met allerlei touwen etc. Je hebt echter geen klimgerief nodig om deze tocht te doen.

maandag 3 december 2012

Van Natal naar Recife, Salvador, Porto Seguro, Rio de Janeiro en São Paulo

Voor ik in Rio aankwam bezocht ik Natal, Recife, Salvador en Porto Seguro. Dat was best wel een grote afstand die ik met de bus gereisd heb (zo’n 3000 km). De busritten duurden vaak langer dan 10 uur. Ik reisde ’s nachts, dan ging de tijd sneller voorbij en spaarde ik een nacht in een hostel uit. 



Na enkele maanden wonen in Rio heb ik van daaruit nog São Paulo bezocht. Even een kort verslag van de indruk die deze steden achtergelaten hebben.

Natal

Natal is een van de plaatsen met het meeste aantal zonuren per jaar in Brazilië. Natal heeft mooie stranden en er loopt een groot duinenreservaat langs de kust. Het zeewater is er een pak warmer dan in Rio de Janeiro. Je kan er vrij goed surfen en je hebt geen wetsuit nodig.


Natal is een goede stad om te beginnen in Brazilië, omdat het een tamelijk veilige en propere stad is. Anderzijds vond ik de stad een beetje zielloos, omdat de stad gekenmerkt wordt door hoge buildings, brede banen en grote afstanden. Als je daar woont moet je een auto hebben. Wat Natal niet heeft in mijn opinie is een gezellig centrum.

Op de meeste feestjes in Natal speelt men Forrómuziek, typische muziek van het Noordoosten om met twee op te dansen. Elke donderdag is er een sambastraatfeest in het hoge oude stadsgedeelte.
Wat ik niet bezocht heb is het strand Pipa. Dat ligt op 80 km van Natal en schijnt wel de moeite te zijn. Een backpacker-meisje vertelde me tijdens de busreis dat ze daar in de natuur met dolfijnen had gezwommen.

Recife

Recife betekent rif. Er loopt een groot rif langs de kustlijn. Recife is een van de grootse Braziliaanse steden en gaf een drukke indruk bij aankomst. 

De mooiste plek in Recife is Olinda, een charmant en rustig koloniaal dorpje met een heuvel van waarop je ’s nachts een mooi zicht hebt op de skyline van Recife. Olinda is ook de beste plek om te slapen, van daaruit is het niet ver met de bus naar het centrum.

Ik sliep daar in een hostel. Slapen in een hostel is goedkoop maar heeft ook zijn nadelen. Ik zat samen met zes andere mensen op een kamer. Ik was niet echt gerust over de veiligheid van m'n gerief. Sommige dingen kon ik in een schuif met slot steken, maar mijn valies en het grootste deel van mijn spullen moesten op het bed blijven liggen.

Verder had ik niet veel privacy, sommige backpackers hadden een sterke voetgeur, de badkamer was voortdurend bezet, en de nachtrust was nog het ergste. Ik kwam laat binnen, moest in het pikkedonker mijn pyjama aandoen, tanden poetsen en maakte iedereen wakker toen ik op het krakende stapelbed klom. ’s Morgens werd ik dan weer gewekt door de vroege vogels die het gerantsoeneerde ontbijt gingen plunderen.

Ik vond Recife niet zo'n mooie stad. Het oude centrum was niet zo bijzonder, andere wijken waren heel vuil en Recife is één van de gevaarlijkste steden van BrazilIë.

Het modernste gedeelte van Recife ligt langs het strand, de wijk heet Boa Viagem. Langs Boa Viagem ligt een lang en breed zandstrand.
Het probleem echter met het strand van Recife is dat bij het aanleggen van de haven de natuurlijke habitat van haaien verstoord is met vele aanvallen op mensen tot gevolg (kleine opmerking: niet iedereen sluit zich aan bij deze theorie). In 20 jaar waren er 56 aanvallen, waarvan 21 dodelijk. Over de hele kustlijn staan er waarschuwingsborden die afraden om te zwemmen.
Vooral surfers waren hiervan het slachtoffer. Anderzijds, als je met een grote groep surfers gaat, is de kans kleiner dat de haai jou er uit zou pakken. In ieder geval zou ik zeker een rambo-mes meenemen, zodat je een oog van de haai kan uitsteken. Dan zal ie wel anders piepen.
Salvador
Ik keek uit naar Salvador. Salvador is bekend voor haar muziek, capoeira, Candomblé, en carnaval zou daar authentieker zijn dan in Rio.
Jammer genoeg ben ik in Salvador de eerste dagen verschillende keren naar het ziekenhuis moeten gaan. Ik had ergens in Natal of Recife een parasiet of bacterie opgelopen met diarree tot gevolg. Ik was eerst naar een privaat ziekenhuis geweest, maar dat was pé-per-duur. Gelukkig ontmoette ik daar een professor van de universiteit die gespecialiseerd was in gastrologie.
Hij vond het leuk dat hij iemand ontmoette waarmee hij zijn Frans kon oefenen (in Brazilië hebben ze veel aanzien voor de Franse taal). Hij nodigde me uit om later die dag hem te komen opzoeken in een publiek hospitaal. Het goede aan Braziliaanse gezondheidszorg is dat publieke hospitalen voor iedereen volledig gratis zijn. Je moet wel langer wachten dan in private, en ze hebben niet altijd dezelfde middellen. Ik zat daar tussen een gigantische groep mensen te wachten.
Na vele uren in het hospitaal, enkele wederbezoeken en het uitproberen van verschillende medicaties was ik er vanaf.
Salvador is de stad in Brazilië met proportioneel het grootste aantal zwarten, vanwege de slaveninvoer uit het verleden. Als je die Afrikaanse invloeden wil ontdekken moet je op dinsdagavond naar de straatfeesten in Pelourinho gaan. Pelhourinho is het oude stadsgedeelte en het culturele hart van Salvador. 
Na Rio was Salvador de tweede interessantste stad die ik bezocht heb. Het is een heuvelachtige stad, qua inrichting vrij bijzonder, omdat het centrum op een plateau gebouwd is met de drukkere banen in lagere gedeeltes.


Ik verbleef in de buurt Rio Vermelho. Deze buurt is tamelijk veilig en tevens de beste plek om uit te gaan. De discotheken in Salvador zijn tamelijk duur en voornamelijk gericht tot de elite. Je komt er voornamelijk dat kleinere blanke gedeelte van Salvador tegen. In BrazilIië is huidskleur een tamelijk goede indicator voor sociale klasse.

De inkomprijzen waren hoog. Vaak betaal je tussen 50 en 70 reais entreegeld (50 R = 19 euro, 70 R = 26 euro).

De beste discotheken liggen in Rua Conselheiro Pedro Luís. Toen ik overdag door deze straat liep leek dit helemaal niet op een uitgaansbuurt, maar donderdag-, vrijdag- en zaterdagavond is er leven in de brouwerij.
Op donderdag kan je best naar Segundo gaan, op zaterdag waren Zen en Borracharia de beste clubs. Of je kan eens rondvragen naar de place 2B en rondkijken waar er een rij staat.
In Salvador kan je ook surfen. De golven waren op dat moment niet zo hoog maar wel surfwaardig.
Porto Seguro
In Porto Seguro ben ik maar twee dagen gebleven, omdat het kleinschalig is. Wat me onmiddellijk opviel is dat er veel mensen met indiaans uiterlijk wonen.

Arraial d’Ajuda is volgens sommigen een van de mooiste stranden van Brazilië, een typisch wit strand met palmbomen.


Wat je zeker daar moet bezoeken is het indianenreservaat en de eerste koloniale nederzetting van de Portugezen. Je kan daar het eerste merkteken zien dat ze hebben achtergelaten in Zuid-Amerika, een gegraveerde steen.



Rio de Janeiro
Rio de Janeiro is de mooiste stad ter wereld die ik ooit gezien heb. Er is veel strand, zowel aan de zuid- als de oostkant, hoewel zwemmen aan de oostkant afgeraden wordt vanwege vervuiling.

Het mooiste strand is Ipanema, omdat je daar uitkijkt op de tweekoppige berg. Er lopen ook minder verkopers rond dan op Copacabana, waardoor het iets rustiger is. De properste stranden liggen in Barra da Tijuca (bvb. Recreio). Deze stranden zijn niet zo druk als Copa en Ipanema.

Je kan niet overal recht van punt A naar punt B gaan, omdat er vele heuvels in de stad liggen. Op die heuvels zijn favelas gebouwd. Verder blijven er nog grote stukken jungle over op die heuvels, waardoor er veel groen in de stad is. Midden in de stad zie je soms aapjes in de bomen klimmen!


Drie zaken die me enorm aanspreken in Rio zijn BJJ, surfen en het nachtleven:

-Er zijn - ik schat - tussen de 20 en 30 Brazilian Jiu-jitsu scholen. Voor de state of the art moet je absoluut in Rio zijn. 

-De beste tijd om te surfen is in de winter (april tot oktober). Het zeewater is Rio is redelijk koud, maar in de zomer wordt het warmer. Klink op de links voor de beste surfspots en de golfvoorspellingen.

-Ten slotte heeft Rio een uitstekend uitgaansleven. Er is een groot aanbod, maar alles ligt verspreid en de entreeprijzen variëren sterk, dus je moet in het begin wel even zoeken en gokken.

São Paulo

Met 16 miljoen inwoners kan je wel wat verwachten. São Paulo is een betonnen jungle, een kosmopolitische stad, de locomotief en het economisch hart van Brazilië.

Er is wat rivaliteit tussen Paulistas en Cariocas. Cariocas staan bekend als relaxte mensen die graag genieten van het strand en uitgaan, terwijl de Paulistas eerder hardwerkende mensen zijn.

São Paulo heeft niet het mooie landschap en stranden zoals Rio, maar op cultureel vlak (muziek, musea, gastronomie, ...) heeft deze stad een veel gevarieerder aanbod. Ook op vlak van werk zijn er meer opportuniteiten in São Paulo. São Paulo was de enige stad in Brazilië waar ik veel Aziaten zag, vnl. migranten uit Japan en Zuid-Korea.  Bezoek zeker eens de Japanse wijk 'Liberdade'.

Over heel de stad zie je veel pixação (cryptische tagstijl) en legale graffiti van o.a. Os Gêmeos. In de wijk Vila Madalena organiseert men street art tours. Je kan ook zelf naar o Beco do Batman gaan, een graffitistraatje in Vila Madalena.

In het centrum ligt een buurt die je beter vermijdt, deze heeft de bijnaam Cracolandia gekregen. De politie heeft deze buurt al proberen op te kuisen door junkies te verplichten naar afkickcentra te gaan.


Pas wanneer je een wolkenkrabber bestijgt, krijg je een totaalbeeld over de stad. Als je dit niet doet ga je echt iets missen!

São Paulo als stad heeft me niet gecharmeerd zoals Rio of Salvador, maar alleen al omdat het zo'n gigantische stad is, is het een bezoekje waard. Na een week wou ik terug naar Rio.

Wat heeft deze reis me o.a. geleerd? De steden liggen zo ver uit mekaar waardoor ze zeer verschillend zijn. Het lijkt soms alsof je in een ander land komt. Elke regio heeft haar eigen muziekstijlen en type bevolking. Als je mij vraagt wat ik de leukste stad vond moet ik niet lang nadenken, maar als je alleen Rio bezoekt heb je een te eenzijdig beeld van Brazilië.

donderdag 29 november 2012

Vigidal en Morro Dois Irmãos, Rio de Janeiro


“Ik heb reeds Santa Marta en Rocinha bezocht, welke favela’s zijn nog de moeite om te bezoeken?” vraag ik aan de taxichauffeur.

“In Vigidal heb je een mooi uitzicht over Ipanema, Complexo do Alemão heeft een kabelbaan.
“Is het niet gevaarlijk?”

“Nee, ze zijn allen gepacificeerd.”
Een week daarop word ik weer wakker met ontdekkingsdrang. Rio is groot en ik wil tegen het einde van mijn verblijf alle verborgen plekken ontdekt hebben. Ik besluit  die dag Vigidal te verkennen. Vigidal ligt tussen Leblon, São Conrado en Rocinha, en het is de favela die het mooiste uitzicht over de oceaan heeft.

Wanneer ik erheen fiets -en door Rio fietsen is geen pretje want er zijn bijna geen fietspaden- zie ik weer zo'n contrastbeeld dat Rio typeert. Een Sheratonhotel met een sloppenwijk erachter.


Eenmaal aangekomen in de favela zet ik m'n fiets vast en neem ik de motortaxi naar boven. Ik begin de structuur van de favela’s te begrijpen. Meestal loopt er één slingerende baan naar boven waarop kleine steegjes uitkomen. Die kleine steegjes bestaan grotendeels uit trappen.


De motortaxi brengt me naar het hoogste uitzichtpunt in de favela. Ik vraag of hij weet of er geen paadje is dat op de steile rots gaat, waartegen Vigidal gebouwd is. Achteraf heb ik achterhaald dat deze tweetoppige berg Morro Dois Irmãos heet, of in het Nederlands: de twee broers.

Ja! Blijkbaar is mogelijk om nog helemaal naar boven te gaan. Dat had ik niet verwacht want het ziet er heel steil uit. Hij zegt me dat het een uur klimmen is.

Morro Dois Irmãos vanuit Ipanema met Vigidal links onderaan tegen de berg.
Hij brengt me iets verder naar een trapje aan een steeg. “Aaauw!” Bij het afstappen raakt mijn been de hete uitlaatpijp. De chauffeur toont een grijns op zijn gezicht. Ik voel een hete tinteling op mijn rechterkuit. Achteraf zal deze uitgroeien tot een lelijke brandplek, bestaande uit blaasjes. Een ongevraagde souvenir aan Vigidal.

Als hij me het vertrekpunt van het paadje niet getoond had zou ik het nooit gevonden hebben. Als je er zelf bent, vraag dan naar ‘o trilha para subir’.

My guess is dat nog niet veel toeristen en cariocas deze berg beklommen hebben, aangezien Vigidal pas begin dit jaar (januari 2012) werd gepacificeerd. Voorheen zwaaide de drugsbende ‘Commando Vermelho’ daar de plak. Niemand waagde zich van boven in de favela, het terrein van vagabundos.

Vertrekpunt van het paadje.
Wanneer ik het trapje volg loopt het weggetje dood. Ik loop terug en vraag aan een bewoonster waar het weggetje juist is, of de taxichauffeur zich niet vergist heeft. Ze wijst naar de zelfde plek. Het enige wat ik zie is een stuk muur en een stinkend hoekje.

Lijkt dit nu op het begin van het pad dat naar de top van Dois Irmãos leidt?
Ik besluit op het muurtje te klimmen en naar boven te blijven volgen. Het muurtje loopt links achter de huisjes verder en gaat schuin omhoog.


Aha, hogerop aan de rechterkant wordt het pad duidelijk zichtbaar, maar het wordt al snel onderbroken door een tweede obstakel: een omheining… Humm, dit zint me wel, verboden terrein, maar ik heb ook geen zin om m’n short te scheuren.

Achter me staat een vrouw op de daken haar was op te hangen. Ik roep haar. Ze zegt me dat ik niet over de omheining moet klimmen maar er rond moet lopen.

Erover of eronder?

Als je de omheining naar links volgt kom je ook terug op een pad dat vrij snel begint te stijgen. Algauw druipen de zweetpareltjes van mijn voorhoofd. De lucht is extreem vochtig. Na een tiental minuten is mijn hemd is kletsnat en eerder een last dan een comfort.
Na wat klimmen kom ik op een eerste etage waar het pad van richting verandert. Blijkbaar is de achterkant van de berg minder steil.

Op een open plek zie ik beneden plots Rocinha liggen, de grootse favela van Rio de Janeiro. Ik moet denken aan een interview waarbij een gangmember van Amigos dos Amigos vertelde dat ze een aanval uitvoerden op Commando Vermelho, door ‘s nachts van Rocinha over de rots te klimmen naar Vigidal en hen via de achterkant te verrassen. Dit moet de sluipweg zijn die ze toen genomen hebben.
Rocinha

In de diepte hoor ik honden blaffen, motors optrekken en auto’s claxonneren.
Ik stap voort en de jungle wordt dichter. Hier zie ik kleine aapjes in de bomen en telkens wanneer ik door de planten waad hoor ik beesten wegkruipen.

Verder zie ik ook prachtige rood-zwarte vlinders rondfladderen die zich niet laten fotograferen. Wanneer ik uit het junglegedeelte op de kale rots kom zie ik een soort hagedis van 1,5 m kruipen met een lange lispelende paarse tong.



Vanop deze kale rots is het niet meer ver. Hierna loopt het pad nog even door de jungle, daarna zijn er alleen nog grassen en kale boompjes.


Uiteindelijk kom ik op het hoogste punt. Er is juist een wolk overgetrokken en ik zie maar een paar meter ver. Een week later ben ik teruggekomen met een vriend en heb ik wel een heldere foto kunnen nemen.


Een beter zicht op Ipanema vind je niet. Van alle bergtoppen die ik in Rio beklommen heb vond ik dit de mooiste. Zorg wel dat het helder weer is, anders eindig je met een anticlimax.
Het is me opgevallen dat de meeste bergen in Rio de Janeiro met favela's bekleedt zijn, maar slechts tot op een bepaalde hoogte. Vaak is er vanaf de hoogste huisjes ergens wel een pad gebaand dat naar de top leidt. Verwacht niet dat dit duidelijke wandelpaadjes voor toeristen zijn, maar dat maakt het eigenlijk leuker omdat je wat meer moet zoeken.