Colombia heeft een grote diversiteit aan landschappen. Deze keer bezocht ik Sierra
Nevada del Cocuy, een gebergte met meer dan 20 sneeuwpieken, waarvan de
hoogste 5330 m boven de zeespiegel uitsteekt.
Vroeger was het toegelaten om een zevendaagse wandeltocht rond
het gebergte te maken, maar momenteel is die niet meer toegelaten,
waarschijnlijk om de natuur te beschermen. De hoogste berg van Colombia, de Pico Simón Bolívar (5750
m) nabij Santa Marta, mag overigens ook niet meer beklommen worden van de inheemse bevolking,
omdat toeristen er afval hadden achtergelaten.
Voor toeristen zijn er twee wandelingen vanuit het dorpje El
Cocuy: één eendaagse en één tweedaagse (dan moet je wel tent en slaapzak
meenemen of ter plekke huren). Vanuit Guican vertrekt er één eendaagse
wandeling.
Men zegt dat de tweedaagse tocht vanuit El Cocuy de
mooiste is, omdat je dan alle ecosystemen ziet, maar als je niet in een tent wil
tukken en een eendaagse wandeling maken kan je best naar het mooiere dorpje
Guican gaan.
Als je een professionele klimmer bent kan je tot de
sneeuwtoppen gaan, en dan duren de wandelingen uiteraard langer.
Omdat we slechts 3 dagen hadden, was de wandeling vanuit
Guican onze beste optie. Het draaide uit op een fantastische ervaring, vanwege
de natuurpracht, mijn nieuw geklommen hoogterecord (4800 m) en de bijzonder vriendelijke
bevolking. Vele mannen hebben een snor en cowboyhoed, en bijna iedereen draagt
een ruana.
De ruana, warm maar zwaar
Vanuit Bogota is er een busverbinding vanuit de terminal in
Salitre. De rit duurt 12 uur dus je neemt best een nachtbus. Hoe dichter je bij
de bestemming komt, hoe slechter het wegdek en hoe bochtiger het parcours. Ik werd
heen en weer in mijn stoel geslingerd.
Iemand had me gezegd je best om 5 uur ’s morgens aan de
wandeling begint, omdat het dan helder weer is. Dat bleek achteraf een gouden
raad (alleszins voor de maand december). Vanaf 10 uur ’s morgens komen er wolken
optrekken en heb je geen uitzichten meer.
Daarom kan je beter niet in Guican slapen, maar van daaruit
de jeep nemen naar Cabañas Kanwara. Die liggen op 3900 m hoogte, en van daaruit
vertrekt de wandelroute tot aan de sneeuwgrens. De rit duurt ongeveer een uur.
Op die manier kan je al wat gewoon worden aan de hoogte en de volgende ochtend zonder tijdverlies aan de wandeling beginnen.
Niet ver van Cabañas Kanwara was er nog een andere accommodatie,
maar Kanwara is de beste plek. Het personeel was servicegericht, het
eten heerlijk. We sliepen in een
berghut met open haard, prachtig uitzicht, en ons huisje werd omringd door
schapen. En dit voor slechts 40 000 pesos per persoon.
Wat me opviel is dat vele lammetjes bloed aan hun achterwerk
hadden. Hier is het de gewoonte om de staart af te snijden, omdat anders uitwerpselen in de wol blijven steken, wat ziektes kan veroorzaken.
De tocht duurt ongeveer 7 uur: 4,5 uur stijgen
en 2,5 uur dalen. De planten die je onderweg ziet lijken buitenaards.
De laatste honderden meters klimmen waren zwaar, niet vanwege
de afstand, maar het tekort aan zuurstof op 4800 m hoogte.
Vanaf 4800 m begint de sneeuw, en kan je alleen nog verder klimmen tot de top van de Ritacuba Blanco met professioneel materiaal (touwen, helmen, pikhouwelen, ...)
Ritacuba Blanco, 5330 m hoog
Mijn vriendin is afkomstig uit Bogota, dat op 2600 meter
hoogte ligt, en had weinig last van hoogteziekte. Ik daarentegen, afkomstig uit de Lage Landen, kreeg
tijdens de afdaling afschuwelijke koppijn.
Mijn hoofd kon elk moment kon
exploderen. Ik zag al het beeld voor me dat mijn hersens in het rond vlogen en
enkele roofvogels alles kwamen opsmullen.
Toen we eindelijk terug aan de Cabañas Kanwara aankwamen moest ik plots overgeven.
In de berghut gaven ze me helende cocathee, maar ook die kon ik
niet binnenhouden. Pas de volgende morgen in Guican, toen we in de thermische
baden zwommen, voelde ik me terug helemaal in orde.
Neem dus iets mee tegen hoogteziekte als je nog geen klimervaring hebt op die hoogte.
Guican
Als je nog tijd moet vullen in Guican wanneer je wacht op de
avondbus, wandel dan eens naar de lager gelegen rivier (niet in de richting van
El Cocuy, maar aan de andere zijde van het dorp) en eet cordero of lamsvlees.
Dit typisch lokaal gerecht was me zeer goed bevallen.