Voor ik in Rio aankwam bezocht ik Natal, Recife, Salvador en
Porto Seguro. Dat was best wel een grote afstand die ik met de bus gereisd heb (zo’n
3000 km). De busritten duurden vaak langer dan
10 uur. Ik reisde ’s nachts, dan ging de tijd sneller voorbij en spaarde ik een nacht in een hostel uit.
Na enkele maanden wonen in Rio heb ik van daaruit nog São Paulo bezocht. Even een kort verslag van de indruk die deze steden
achtergelaten hebben.
Natal
Natal is een van
de plaatsen met het meeste aantal zonuren per jaar in Brazilië. Natal heeft
mooie stranden en er loopt een groot duinenreservaat langs de kust. Het
zeewater is er een pak warmer dan in Rio de Janeiro. Je kan er vrij goed surfen
en je hebt geen wetsuit nodig.
Natal is een goede stad om te beginnen in Brazilië, omdat het
een tamelijk veilige en propere stad is. Anderzijds vond ik de stad een beetje
zielloos, omdat de stad gekenmerkt wordt door hoge buildings, brede banen en grote
afstanden. Als je daar woont moet je een auto hebben. Wat Natal niet heeft in
mijn opinie is een gezellig centrum.
Op de meeste feestjes in Natal speelt men Forrómuziek, typische muziek van het Noordoosten om met twee op te dansen. Elke donderdag is er een sambastraatfeest in het hoge oude stadsgedeelte.
Wat ik niet bezocht heb is het strand Pipa. Dat ligt op 80
km van Natal en schijnt wel de moeite te zijn. Een backpacker-meisje vertelde me tijdens de busreis dat ze daar in de natuur met dolfijnen had gezwommen.
Recife
Recife betekent rif. Er loopt een groot rif langs de kustlijn. Recife is een van de grootse Braziliaanse steden en gaf een drukke indruk bij aankomst.
De mooiste plek in Recife
is Olinda, een charmant en rustig koloniaal dorpje met een heuvel van waarop je ’s nachts
een mooi zicht hebt op de skyline van Recife. Olinda is ook de beste plek om te
slapen, van daaruit is het niet ver met de bus naar het centrum.
Ik sliep daar in een hostel. Slapen in een hostel is goedkoop maar heeft ook zijn
nadelen. Ik zat samen met zes andere mensen op een kamer. Ik was niet
echt gerust over de veiligheid van m'n gerief. Sommige dingen kon ik in een schuif met
slot steken, maar mijn valies en het grootste deel van mijn spullen moesten op
het bed blijven liggen.
Verder had ik niet veel privacy, sommige backpackers hadden
een sterke voetgeur, de badkamer was voortdurend bezet, en de nachtrust was nog het
ergste. Ik kwam laat binnen, moest in het pikkedonker mijn pyjama aandoen,
tanden poetsen en maakte iedereen wakker toen ik op het krakende stapelbed
klom. ’s Morgens werd ik dan weer gewekt door de vroege vogels die het
gerantsoeneerde ontbijt gingen plunderen.
Ik vond Recife niet zo'n mooie stad. Het oude centrum was niet zo bijzonder, andere wijken waren heel vuil en Recife is één van de gevaarlijkste steden van BrazilIë.
Het modernste gedeelte van Recife ligt langs het strand, de wijk heet Boa Viagem. Langs Boa Viagem ligt een lang en breed zandstrand.
Het probleem echter met het strand van Recife is dat bij het aanleggen
van de haven de natuurlijke habitat van haaien verstoord is met vele aanvallen
op mensen tot gevolg (kleine opmerking: niet iedereen sluit zich aan bij deze theorie). In 20 jaar waren er 56 aanvallen, waarvan 21 dodelijk.
Over de hele kustlijn staan er waarschuwingsborden die afraden om te
zwemmen.
Vooral surfers waren hiervan het slachtoffer.
Anderzijds, als je met een grote groep surfers gaat, is de kans kleiner dat de
haai jou er uit zou pakken. In ieder geval zou ik zeker een rambo-mes meenemen,
zodat je een oog van de haai kan uitsteken. Dan zal ie wel anders piepen.
Salvador
Ik keek uit naar Salvador. Salvador is bekend voor haar muziek, capoeira, Candomblé, en carnaval zou daar authentieker zijn dan in Rio.
Jammer genoeg ben ik in Salvador de
eerste dagen verschillende keren naar het ziekenhuis moeten gaan. Ik had ergens
in Natal of Recife een parasiet of bacterie opgelopen met diarree tot gevolg. Ik
was eerst naar een privaat ziekenhuis geweest, maar dat was pé-per-duur. Gelukkig
ontmoette ik daar een professor van de universiteit die gespecialiseerd was in
gastrologie.
Hij vond het leuk dat hij iemand ontmoette waarmee hij zijn Frans kon oefenen (in Brazilië hebben ze veel aanzien voor de Franse taal). Hij nodigde me uit om later die dag hem te komen opzoeken in een
publiek hospitaal. Het goede aan Braziliaanse gezondheidszorg is dat publieke hospitalen
voor iedereen volledig gratis zijn. Je moet wel langer wachten dan in private, en ze hebben niet altijd dezelfde middellen. Ik zat daar tussen een gigantische groep mensen te wachten.
Na vele uren in het hospitaal, enkele wederbezoeken en het uitproberen
van verschillende medicaties was ik er vanaf.
Salvador is de
stad in Brazilië met proportioneel het grootste aantal zwarten, vanwege de
slaveninvoer uit het verleden. Als je die Afrikaanse invloeden wil ontdekken moet je op dinsdagavond naar de straatfeesten in Pelourinho gaan. Pelhourinho is het oude stadsgedeelte en het culturele hart van Salvador.
Na Rio was Salvador de tweede
interessantste stad die ik bezocht heb. Het is een heuvelachtige stad, qua
inrichting vrij bijzonder, omdat het centrum op een plateau gebouwd is met de drukkere
banen in lagere gedeeltes.
Ik verbleef in de buurt Rio Vermelho. Deze buurt is tamelijk
veilig en tevens de beste plek om uit te gaan. De discotheken in Salvador zijn tamelijk
duur en voornamelijk gericht tot de elite. Je komt er voornamelijk dat kleinere blanke gedeelte van Salvador tegen. In BrazilIië is huidskleur een tamelijk goede indicator voor sociale klasse.
De inkomprijzen waren hoog. Vaak betaal je tussen 50 en
70 reais entreegeld (50 R = 19 euro, 70 R = 26 euro).
De beste discotheken liggen in Rua Conselheiro Pedro Luís. Toen ik overdag door deze straat liep leek dit helemaal niet op een
uitgaansbuurt, maar donderdag-, vrijdag- en zaterdagavond is er leven in de
brouwerij.
Op donderdag kan je best naar Segundo gaan, op zaterdag waren Zen en Borracharia de beste clubs. Of je kan eens rondvragen naar de place 2B en rondkijken waar er een rij staat.
In Salvador kan je ook surfen. De golven waren op dat moment niet zo hoog maar wel surfwaardig.
Porto Seguro
In Porto Seguro
ben ik maar twee dagen gebleven, omdat het kleinschalig is. Wat me onmiddellijk
opviel is dat er veel mensen met indiaans uiterlijk wonen.
Arraial d’Ajuda is
volgens sommigen een van de mooiste stranden van Brazilië, een typisch wit strand met palmbomen.
Wat je zeker daar moet bezoeken is het indianenreservaat en de
eerste koloniale nederzetting van de Portugezen. Je kan daar het eerste merkteken
zien dat ze hebben achtergelaten in Zuid-Amerika, een gegraveerde steen.
Rio de Janeiro
Rio de Janeiro is
de mooiste stad ter wereld die ik ooit gezien heb. Er is veel strand, zowel
aan de zuid- als de oostkant, hoewel zwemmen aan de oostkant afgeraden wordt
vanwege vervuiling.
Het mooiste strand is Ipanema, omdat je daar uitkijkt op de tweekoppige berg. Er lopen ook minder verkopers rond dan op Copacabana, waardoor het iets rustiger is. De properste stranden liggen in Barra da Tijuca (bvb. Recreio). Deze stranden zijn niet zo druk als Copa en Ipanema.
Je kan niet overal recht van punt A naar punt B gaan, omdat
er vele heuvels in de stad liggen. Op die heuvels zijn favelas gebouwd. Verder blijven er nog grote stukken jungle over op die heuvels, waardoor er veel groen in de stad is. Midden in de stad
zie je soms aapjes in de bomen klimmen!
Drie zaken die me enorm aanspreken in Rio zijn BJJ, surfen en het nachtleven:
-Er zijn - ik schat - tussen de 20 en 30 Brazilian Jiu-jitsu scholen. Voor de state of the art moet je absoluut in Rio zijn.
-De beste tijd om te surfen is in de winter (april tot oktober). Het zeewater is Rio is redelijk koud, maar in de zomer wordt het warmer. Klink op de links voor de beste surfspots en de golfvoorspellingen.
-Ten slotte heeft Rio een uitstekend
uitgaansleven. Er is een groot aanbod, maar alles ligt verspreid
en de entreeprijzen variëren sterk, dus je moet in het begin wel even zoeken en
gokken.
São Paulo
Met 16 miljoen inwoners kan je wel wat verwachten. São Paulo is een betonnen jungle, een kosmopolitische stad, de locomotief en het economisch hart van Brazilië.
Er is wat rivaliteit tussen Paulistas en Cariocas. Cariocas staan bekend als relaxte mensen die graag genieten van het strand en uitgaan, terwijl de Paulistas eerder hardwerkende mensen zijn.
São Paulo heeft niet het mooie landschap en stranden zoals Rio, maar op cultureel vlak (muziek, musea, gastronomie, ...) heeft deze stad een veel gevarieerder aanbod. Ook op vlak van werk zijn er meer opportuniteiten in São Paulo. São Paulo was de enige stad in Brazilië waar ik veel Aziaten zag, vnl. migranten uit Japan en Zuid-Korea. Bezoek zeker eens de Japanse wijk 'Liberdade'.
Over heel de stad zie je veel pixação (cryptische tagstijl)
en legale graffiti van o.a. Os Gêmeos. In de wijk Vila Madalena organiseert men
street art tours. Je kan ook zelf naar o Beco do Batman gaan, een graffitistraatje in Vila Madalena.
In het centrum ligt een buurt die je beter vermijdt, deze heeft de bijnaam Cracolandia gekregen. De politie heeft deze buurt al proberen op te kuisen door junkies te verplichten naar afkickcentra te gaan.
Pas wanneer je een wolkenkrabber bestijgt, krijg je een totaalbeeld over de stad. Als je dit niet doet ga je echt iets missen!
São Paulo als stad heeft me niet gecharmeerd zoals Rio of Salvador, maar alleen al omdat het zo'n gigantische stad is, is het een bezoekje waard. Na een week wou ik terug naar Rio.
Wat heeft deze reis me o.a. geleerd? De steden liggen zo ver uit mekaar waardoor ze zeer verschillend zijn. Het lijkt soms alsof je in een ander land komt. Elke regio heeft haar eigen muziekstijlen en type bevolking. Als je mij vraagt wat ik de leukste stad vond moet ik niet lang nadenken, maar als je alleen Rio bezoekt heb je een te eenzijdig beeld van Brazilië.