Panama City, bekend vanwege haar vele banken en
indrukwekkende skyline, is opvallend rustig. Het ziet er allemaal grotesk uit,
maar ik kon de gedachte niet ontduiken dat het een saaie stad is. Het mist eigen
cultuur. De snikhete stad heeft jammer genoeg ook geen strand om te zwemmen.
De Amerikanen hebben een stevige voetafdruk nagelaten in
Panama. Ze financierden de bouw van het Panamakanaal. Na een pact in 1999 kwam
het beheer terug volledig in handen van de Panamezen. Vandaag is de USD het
meest courante betaalmiddel, Amerikaanse producten, fastfoodketens en retailers
zijn overal aanwezig.
Het kanaal is een goudmijn. Grote schepen betalen een aardige
700.000 à 1.000.000 dollar per doorvaart, dagelijks passeren er 30 à 40
mastodonten. Wie geen doorvaart wil betalen kan containers via de spoorlijn naast het kanaal laten
vervoeren. Dankzij deze bron van inkomsten heeft Panama
een moderne infrastructuur.
De strategische ligging tussen de 2 Amerika’s en de passage
via het kanaal brengt ook voordelen mee voor internationale distributie, waardoor vele internationale bedrijven
een (hoofd)zetel in Panama hebben. Daarbij heeft de overheid een
ondernemingsvriendelijk klimaat gecreëerd om buitenlandse bedrijven aan te
trekken.
De Panamezen zijn vriendelijk, maar kouder dan bvb.
Mexicanen, Brazilianen of Colombianen. Het was het eerste Latijns-Amerikaans land
waar ik geen “Latin American feel” had.
De Panamezen zijn een mix vaan inheemsen, Afrikanen en
Europeanen. Ongeveer 30 % is
obees, een gevolg van de hoofdzakelijk vette en suikerrijke voeding in de
restaurantketens en winkelrekken.
% personen met obesitas
Veel Colombianen en Venezolanen werken in Panama om dollars te verdienen. Vergeleken met Colombia is Panama duur, dat merkte ik in mijn uitgaven aan taxi's. Men
gebruikt geen meter. Als toerist kan je heel wat besparen met Uber.
Wat me opviel is dat taxi’s in Panama de gewoonte hebben
iemand mee te nemen terwijl ze nog een passagier hebben, om opeenvolgend
klanten te hebben.
Wat betreft toeristische bezienswaardigheden kan ik niet zo
veel zeggen omdat ik voor mijn werk reisde, maar ik heb begrepen dat er drie
plekken zijn die je moet bezoeken:
1. Panama City
2. Boquete
3. Bocas del Toro
1. Panama City
2. Boquete
3. Bocas del Toro
De twee grootste attracties in Panama City zijn het kanaalmuseum en Casco Viejo, het oude stadsgedeelte. In het kanaalmuseum zie je de
sluizen aan het werk en kan je een virtuele reis door het kanaal maken. De kanaalroute loopt voor een groot deel door het meer Gatún, dat 26 m boven het zeeniveau ligt. De
sluizen dienen om het hoogteverschil te overbruggen.
Doorheen de Landengte van Panama loopt één autostrade. Vanuit
Panama City tot David - de hoofdstad van Chiriqui - is het 8 uur rijden met een
bus. Chiriqui is de regio waar het meeste gecultiveerd wordt. In David valt er weinig te beleven.
Boquete ligt wat hoger in de bergen. Het is er wat frisser
en biedt vele mooie wandelmogelijkheden. O.a. kan je er de vulkaan Baru
beklimmen, met 3474 m de hoogste berg van Panama. Bij helder weer zie je vanop de top de
Caribische Zee en de Stille Oceaan. Andere mooie wandelingen zijn Los Quetzales
en De 3 Verborgen Watervallen.
Baru Vulkaan
Bloemenfestival in Boquete
Natuur in omgeving van Boquete
Bocas del Toro is een paradijselijk archipel met azuurblauw
water en hagelwitte stranden, maar dat heb ik niet bezocht.
Verder heb ik ook gehoord dat je kan surfen op Playa Santa
Catalina, Playa La Barquete en Playa
Venao. De beste plek is Playa Santa Catalina.
12 dagen was ik in Panama. Hoewel ik er van overtuigd ben
dat Panama veel moois te bieden heeft dat ik niet gezien heb, voel ik me niet
geneigd om terug te keren. Ik heb de sfeer opgesnoven, en het land
heeft me niet aangesproken. Er zijn interessantere landen in Latijns-Amerika.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten