vrijdag 30 mei 2014

Roadtrip door Macedonië en Albanië

Met een huurauto reden we een week door Macedonië en Albanië en bezochten enkele van de voornaamste bezienswaardigheden. Op onderstaande map staan de belangrijkste steden die we bezochten omcirkeld.


Zowel in Macedonië als Albanië is het landschap bergachtig, onderschat dus niet de tijd die je nodig hebt om schijnbaar korte afstanden af te leggen. In Macedonië zijn de wegen nog  van goede kwaliteit, maar de wegen van Albanië zitten vol putten. 

Bovendien is er vaak maar één rijvak per richting, dus op kronkelende bergweggetjes zit je vaak vast achter één of meerdere vrachtwagens met een sliert auto’s erachter, dan wordt inhalen een gevaarlijk spelletje. Kortom, in Albanië kan je zelden sneller dan 80 km/u rijden.

Eenmaal aangekomen met de vlieger in Skopje rijden we direct door naar het Ohridmeer.  

Wie van cultuur en gezelligheid houdt zal in Ohrid zeker zijn gading vinden. Ohrid wordt beschouwd als het “Jeruzalem” van de Balkan. Rondom het meer staan 365 Orthodoxe kerkjes, eentje voor elke dag van het jaar.



Er zitten slangen in het meer - we zagen iemand er eentje uit het water vissen - maar die zijn naar verluid ongevaarlijk.


Vanuit het stadje Ohrid kan je een bergwandeling maken, zodat je nog mooiere uitzichten krijgt op het immense meer. De paadjes zijn zeer slecht aangeduid, dus je moet wat zoeken en geluk hebben.


Wat me opvalt is dat er op het platteland van Macedonië overal hetzelfde type huizen staan. Anders dan in Nederland of België, waar bakstenen draagmuren vormen, wordt er hier eerst een geraamte geconstrueerd van gewapend beton. Vervolgens worden de open ruimtes dicht gepuzzeld met bakstenen. 


De volgende dag rijden we langs de zuidkant van het meer richting Albanië. Een niet te missen stop is het klooster van Sint Naum. Volg hier het wandelpad naar de bronnen, daar ligt een goddelijk stukje natuur.


Albanië – of Shqipëria in het Albanees, het land van de adelaars - heeft een bijzondere geschiedenis. Een geschiedenis van geweld en voortdurende invasies van o.a. Turken, Serven en Italianen. Een gevolg van die onderdrukking is dat Albanië gekenmerkt wordt door interreligieuze solidariteit. Katholieken, Orthodoxen en islamieten hebben altijd vreedzaam samengeleefd in Albanië.

Albanië was het laatste land in Oost-Europa dat een transformatie onderging van een totalitair communistisch systeem naar een democratie. Meer dan 40 jaar heerste er een sterk onderdrukkende Stalinistische dictatuur. Onder het communistische regime mochten Albanezen het land niet verlaten en kon het land niet bezocht worden door toeristen. Die isolatie heeft zijn sporen achter gelaten.


Macedonië is arm, maar Albanië ziet er nog een pak armer uit. Wanneer je de grens over rijdt merk je onmiddellijk het verschil. Je gaat precies terug in de tijd. De mensen leven voornamelijk van de landbouw, en beoefenen dit op primitieve wijze (met de hak op het veld).


Dan is het toch opmerkelijk - in een land met bijna geen industrie - dat zo’n 50 % van alle wagens die rondrijden van het merk Mercedes zijn. Er wordt gezegd dat veel van deze wagens gestolen zijn in het rijkere Europa, of dat vele eigenaars ervan betrokken zijn in criminele activiteiten.


In Lazarat, een dorp in het zuiden van Albanië, staan er naar schatting zo’n 300.000 weedplanten. Uiteraard is deze plantage geen hobbyisme van enkele plantenliefhebbers met sandaaltjes en dreadlocks, maar zit de Albanese maffia hierachter. De overheid heeft al  geprobeerd deze plantage te vernietigen, maar de raid mislukte nadat ze beschoten werden vanop de heuvels door maffiosi met machinegeweren. 

Albanië is ook een belangrijk transitland voor heroïne die oorspronkelijk uit Afghanistan via Turkije binnenkomt, en de maffia is tevens actief in mensensmokkel en internationale wapenhandel.

Langs de weg zie je vaak bordjes met LAVAZH, dit zijn plaatsen waar Albanezen het stof van hun auto kunnen laten wassen, zodat hun Mercedes (hét statussymbool bij uitstek in Albanië) weer blinkt alsof hij net uit de showroom komt.


Wat me ook opviel is dat veel Albanese mannen een brede, maar kortgeschoren hanenkam hebben. Later in Skopje kwam ik nog een Albanees tegen op de bus en mocht ik een foto van zijn haar trekken. Omdat zijn vriend grapte dat zijn haar ‘mafia style’ was zal ik dit kapsel de Albanian mafia coupe noemen.

Albanian mafia coupe

De weg van het Ohridmeer naar Tirana loopt bijna helemaal zigzaggend door de bergen. 

Tirana is niet zo’n mooie stad: monotoon, vierkante blokken, zonder franjes, veel autoverkeer en weinig autovrije zones. Koning auto maakt het erg moeilijk om op centrale plekken zoals het Skanderbegplein over te steken.

Skanderbegplein

Skanderbeg (1405–1468) is een nationale held. Als Albanese prins werd hij als gijzelaar naar de Turkse sultan gestuurd. Daar werd hij bekeerd tot de Islam. Later verliet hij het Ottomaanse leger, keerde terug naar Albanië en omarmde het Christendom. Hij nam controle over het Albanese fort Kruja en werd leider van het Albanese leger. In de daarop volgende jaren slaagde Skanderbeg erin 13 Ottomaanse invasies tegen te houden. Skanderbeg staat symbool voor het verzet tegen de overheersing van vreemde mogendheden.


Bezienswaardigheden in Tirana zijn er niet echt. Je moet gewoon door het centrum lopen om de sfeer op te snuiven. Klim zeker eens op de piramide van Tirana. Het is redelijk steil om op de piramide te klimmen, ik denk zelfs dat bij ons zo’n monument niet zou toegelaten worden omdat het te gevaarlijk is. 


Het uitgaansleven in Tirana bevindt zich voornamelijk in de buurt Blloku, meer bepaald in de Rruga Pjeter Bogdani. 

Het nachtleven in Albanië is zeer verschillend t.o.v. België of Nederland. Ik zou het omschrijven als ‘statisch’. Er wordt dansmuziek gedraaid maar weinig gedanst. De meeste mensen zitten aan tafeltjes en er is weinig interactie tussen mensen die elkaar niet van op voorhand kennen. Volgens enkele locals is het not done om tegen vrouwen van andere tafeltjes te praten als er mannen bijzitten.

In Lollipop, één van de populairste clubs, mag je alleen binnen als je samen met één of meerdere vrouwen binnenkomt. Als toerist zal het wel lukken om binnen te geraken als je zegt dat je aan de bar zal blijven zitten.

De clubs waar het meest plezier te beleven viel waren Lizard en Charles’s, maar ook hier blijven de meeste mensen bij hun tafeltje.

De volgende dag rijden we naar Berat. Onderweg nemen we een afslag naar Divjakë. Hier kan je met de auto op het strand rijden. 

We zien een vliegtuigje met gebroken landingsgestel op het strand liggen. We speculeren dat een nachtelijke operatie van drugstrafficanten is misgelopen, toen de ondergrond niet zo vlak bleek als de piloot gedacht had.


Berat wordt ook wel de museumstad of de stad van duizend ramen genoemd. 

Het leukste aan Berat is de berg waarop een grote burcht staat. Van boven op de burcht heb je een prachtig uitzicht op de omliggende bergen.



Ter hoogte van de grote kop zie je ergens ‘NEVER’ staan in de bergen. Op oude foto’s zag ik echter dat er vroeger ‘ENVER’ stond, de voornaam van Hoxha, de communistische dictator die 40 jaar aan de macht bleef, van Albanië het meest geïsoleerde land van Europa maakte en naar schatting zo’n 700.000 bunkers liet bouwen in Albanië. In 1991 werd zijn 10 m hoge standbeeld op het Skanderbegplein omvergetrokken.


De volgende dag maken we een ruige bergtocht die vertrekt vanuit Brar, een klein dorpje nabij Tirana. Hoewel we een plannetje met de wandelroute en een GPS bijhadden zijn we diverse malen het pad kwijtgeraakt. Soms vervaagde het pad, en er was niets van bewijzering. Toen we te ver van het pad afgeweken waren zagen we plotseling een slang wegkruipen, dus let op waar je stapt. 


In de late namiddag rijden we terug naar Macedonië, deze keer slapen we niet in Ohrid maar in Struga, dat ook langs het meer ligt. Vanuit Struga rijden we via Debar en het Mavrovo natuurpark terug richting Skopje.


Enkele kilometers voor Skopje nemen we de afslag naar de Matka Canyon. Vanaf de laatste parking begint een pad. Deze tocht is een must do als je in de buurt van Skopje bent.


Matka Canyon

Skopje is veel sfeervoller als Tirana. Wat ik echter een beetje sneu vind is dat de overheid geprobeerd heeft het stadscentrum meer grandeur te geven door een potpourri van beelden en bombastische neoklassieke gebouwen te plaatsen. Het komt wat kitscherig over. 


Interessant om te bezoeken is Šuto Orizari of Šutka, de Roma-wijk van Skopje. In totaal zijn er meer dan 21.000 zigeuners gehuisvest, en het zou één van de grootste Roma-gemeenschappen van Europa zijn. Šutka heeft een eigen Roma-burgemeester, een eigen TV- en radiozender, en scholen waar er in het Romani en het Macedonisch wordt onderwezen.

Het is niet gevaarlijk om deze wijk te bezoeken. Šutka is bereikbaar met bus 19 of 20 vanuit het centrum van Skopje.


Over het algemeen staan er overal krottenhuisjes, maar er staan ook enkele pronkvilla's tussen. 

Paleis in Šutka

In sommige huizen stond de gypsy-muziek zo luid dat de muren vibreerden en het voegsel tussen de bakstenen begon los te komen. Op de markt liet ik me achteraf een CD’tje aansmeren van Naser Struja, een groep die afkomstig is uit Šutka. 

Šutka is ook de geboorteplaats van Esma Redžepova, de zangeres die Macedonië in 2013 vertegenwoordigde op het Eurovisiesongfestival, en bekend is van het liedje Romano Horo.


Is het nu de moeite om Macedonië en/of Albanië te bezoeken? 

Absoluut, maar m.i. is het wel een one-shot; ik zou er niet terug naar toe gaan. Als je gaat, bezoek dan meer dan één land in de regio. Een interessant traject lijkt me Macedonië -> Albanië  -> Montenegro -> Kosovo.