vrijdag 9 oktober 2015

Gratis meerijden met het openbaar vervoer in Bogota en de risico’s

Bij het nemen van de TransMilenio zie ik vaak mensen de bus nemen zonder te betalen.


Meestal staat er een agent of controleur aan het poortje, maar vaak is het zo druk dat ze niet alles in het oog kunnen houden. Een keer zag ik een controleur een jongeman betrappen, maar die snauwde dan iets terug en liep gewoon verder.   

De top 5 methodes die ik heb kunnen waarnemen zijn:

1. Het draaipoortje juist genoeg naar achter trekken zodat je er met je benen tussen kan en het dan terug naar voor laten schieten.

2.  Over het poortje springen, met de handen steunend op de zijkanten.



3. Eén kaart scannen maar met twee tegelijk door het poortje stappen.

Dan heb je nog de gevaarlijke manieren:

4. Langs de buitenkant – via de straat dus – naar het perron lopen en de glazen deur forceren. 


5. De straat over lopen als je een bus ziet passeren. Bij het stoppen gaan de deuren automatisch open en kan je tussen de bus en het perron via de laatste deur binnenglippen.


Naar schatting betreden dagelijks 25 000 mensen het perron zonder te betalen, voornamelijk jongeren, maar ook vrouwen met buggies. Elk jaar vallen hierbij tientallen doden. 

Waarom de laatste 2 methodes levensgevaarlijk zijn, zie je in dit en dit filmpje. Pas op, schokkende beelden!

De zuidrand van Bogota

Tijdens mijn laatste bezoek aan Bogota verbleef ik 2 weken in Molinos Dos, een buurt die helemaal aan de zuidelijke rand van de stad ligt. Deze buurt staat ook bekend voor La Picota, een van de belangrijkste gevangenissen van Colombia. Er zitten rond de 9000 drugshandelaren, guerrillastrijders, paramilitairen e.a. misdadigers in miserabele omstandigheden.

La Picota. Ik denk niet dat 'Schotse zalm uit de oven met gebraiseerde venkel en rijpe mango' hier op het menu staat.

De vorige keer verbleef ik in het centraal gelegen Galerias, en toen vond ik dat alle plekken in Bogota nog redelijk goed bereikbaar waren. Dat is toch een ander paar mouwen als je aan de rand woont. Om in Chapinero te geraken moet je eerst een alimentador (letterlijk vertaalt: ‘voeder’) nemen die je tot de Transmilenio brengt, en dan is het nog gemakkelijk een uur rijden.

Vele Bogotanen forenzen elke dag meer dan 2 uur. Samengeperst als sardientjes, want de bussen zitten stampvol. Niet geschikt om even rustig een krant te lezen.


Transmilenio heeft haar limieten lang geleden bereikt.

Je mag al van geluk spreken als je rond spitsuur een plaats kan bemachtigen. Als de deuren opengaan moet je het volk naar achter duwen, en dan sta je tussen mensen geklemd, soms zo hard dat je niet goed meer kan ademen. Dat ik wat groter ben dan de meeste Colombianen is dan wel een voordeel.


Molinos 2 is niet gevaarlijk, al zal men het je afraden om daar te komen, omdat het niet bepaald een buurt is de de pracht van Bogota vertegenwoordigd. Een sloppenwijk zou ik het niet noemen, maar de infrastructuur is pover. De mensen wonen hier in kleine huisjes en hebben meestal geen warm kraanwater. 

Een keer was ik aan het wandelen, en zag een meisje -ik schat 7 jaar - lijm inademen uit een zakje achter wat bosjes. Triest noem ik dat.

In het begin voelde ik me wat bekeken in deze buurt, maar als je je gedraagt alsof je er elke dag komt gaan de mensen je  niet speciaal aankijken. 


Enkele zaken heb ik geleerd uit mijn verblijf in Molinos 2:

1. Ik begrijp de frustratie van de mensen dat Bogota een slecht transportsysteem heeft. Een gemiddelde Bogotaan brengt veel levensuren door op de bus. Een performant metrosysteem zou veel soelaas brengen.

2. Ik heb meer begrip voor het feit dat Bogotanen vaak te laat komen. Het openbaar vervoer is een geldig excuus., omdat je op voorhand moeilijk accuraat de reistijd kan inschatten.