Met een Chevrolet, een echte Amerikaanse bak mét cruise control, zullen we Florida en Atlanta doorkruisen. Florida, The Sunshine State, is een staat waar veel rijke Amerikanen en filmsterren een buitenverblijf hebben. Op weg van de luchthaven naar de stad Miami rijden we over een groot meer dat verbonden is met de zee. Hierin liggen kleine eilandjes met villa’s, echte gated communities. Sommige afritten zijn afgesloten door bewaakte slagbomen. Hier wonen alleen maar mensen die een klein fortuin hebben. Achter elke villa ligt en steiger met een jacht.
De Amerikanen zijn erg hartelijk. Als wildvreemde wordt je in een restaurant of winkel vaak aangesproken met "honey" of "sweety". Ze zijn ook heel hulpvaardig als je om de weg vraagt.
In Miami bezoeken we Little Havana, een Cubaanse wijk. Hier wonen heel veel latino’s, vooral afkomstig uit Cuba en Mexico. Spaans is er na Engels de meest gesproken taal. Naast latino’s wonen er ook veel oudere mensen, gevestigd in zogenaamde retirement communities. Met haar subtropisch klimaat is Florida een paradijs voor gepensioneerden. Het is meestal goed weer, af en toe wordt deze regio geteisterd door orkanen. Een typerend beeld is een bejaard vrouwtje in een trainingspak met een golfpetje.
De afstanden in Miami zijn groot. De V.S. hebben niet alleen een fastfood-, maar ook een autocultuur. Men spreekt wel eens over autosteden. Zonder wagen kom je nergens. Langs de drukke banen liggen enorm veel fastfoodketens. Naast de bekende McDonalds, Pizzahut en Burger King zijn er ook nog Taco Bell en KFC (Kentucky Fried Chicken). In Taco Bell kan je taco’s en burrito’s vreten, KFC produceert allerlei soorten burgers met kip. De clichés over de V.S. kloppen hier. 'Bigger is better': gebouwen, auto’s, en menu’s zijn groter dan in Europa. Zwaarlijvigheid is niet abnormaal. Op de boulevard van Miami Beach staat een moddervette politieagent met een walkietalkie te zwaaien. Ik kan me niet inbeelden dat hij een wilde achtervolging zou inzetten. Mogelijk is de fysieke test niet zo zwaar bij de selectieprocedure van het Miami Police Department.
Taco Bell is best wel lekker. Vreemd dat Taco Bell nog steeds niet in Europa is doorgebroken.
Dat veel Amerikanen dik zijn komt omdat fastfood alomtegenwoordig is, populair en bovendien heel goedkoop. Goedkoper dan zelf koken. Dat werkt een bepaalde levensstijl in de hand maar is meestal ook de enige uitweg voor de poor class. Voor weinig geld koop je veel energie. De massaproductie van fastfood is niet vergelijkbaar met de Europese schaalgrootte. Ook in supermarkten is het eten veel ongezonder. Als je een Walmart binnen stapt zie je bijna geen gezonde basisproducten in de rekken liggen zoals tomaten, komkommers, witte yoghurt en bruin brood. Wel roomijs met kauwgomballen erin, spuitbussen met vloeibare kaas om zo in je mond te spuiten, twintig soorten donuts, honingsaus voor bij de frieten, gefrituurde chocoladekoekjes, soms sta je echt paf als je ziet wat men allemaal in Amerikaanse supermarkten verkoopt. Vitaminen zijn verkrijgbaar in pilvorm bij de local drugstores.
Wat zijn de Amerikanen toch inventief. Met de cheese spray kan je vanuit je luie zetel je mond volspuiten met kaassmurrie.
Met onze Chevy rijden we richting de Keys, een rij eilandjes onder Florida. Key West is het zuidelijkste punt van de Verenigde Staten. Alle eilandjes zijn verbonden met bruggen. Langs de eilandjes liggen veel huisjes met vissersbootjes. Vissen is een populaire bezigheid in Amerika. Naast vissen zijn de Keys erg in trek bij duikers vanwege de vele koraalriffen. De keys zijn ook bekend van de jeugdserie Flipper, die werd daar opgenomen.
Daarna trekken we terug noordwaarts richting Everglades. Dit is een heel groot natuurgebied met uitgestrekte moerassen, bekend van de alligators en de propellerboten. Deze boten zijn geschikt om in het ondiepe water te varen. Jammer genoeg zijn deze moerassen niet alleen ideaal woongebied voor alligators, ze zijn ook een geliefkoosd terrein voor muggen. Het krioelt er van. Nooit in mijn leven heb ik zoveel muggen bij elkaar gezien. Op sommige plekken zijn er zo veel dat het eigenlijk niet meer aangenaam is om het natuurpark te bezoeken. Ergens zien we een parkwachter die met een speciale muggenstift over zijn armen heeft gesmeerd, maar zelfs dan is het nog hopeloos. Op zijn armen ligt een miniberglandschap van beten.
Later die dag zit een grote zwerm muggen ons op de hielen. We vluchten met z’n allen naar de auto. Om er zo weinig mogelijk in de auto te laten vliegen schudden we eerst de muggen van ons af, vervolgens tellen we af en dan doen we bliksemsnel de autodeuren open en dicht om in te stappen. Zelfs wanneer de autodeuren maar een seconde open zijn geweest moeten we tientallen vervelende indringers doodkloppen. Heel het plafond en de ramen van de huurauto plakken vol dode muggen en bloedspatjes. Leuk is anders. Ze steken als uitgehongerde wolven en het jeukt verschrikkelijk. Toch hebben we alligators en watervogels gezien en heeft een lynx heeft ons pad gekruist. Hij bleef ons aanstaren met zijn katachtige blik en koos vervolgens het hazenpad. Bij de uitgang van het park kan je in een toeristenshop een heel toepasselijke sticker kopen: ‘I gave blood to the Everglades’.
Verder weg zien we aan de zijkant van de baan een casino staan. Voor de ingang staan enkele bewakers met padvindershoeden. Het casino is opgesplitst in een luidruchtige gedeelte, waar vele rijen bingokasten staan, en een tweede verdiep waar Roulette, Black Jack en Texas Hold’em Poker gespeeld worden. Omdat we niet eten in het casinorestaurant en geen fiches aankopen, worden we snel terug naar buiten gestuurd. We hebben toch even de sfeer kunnen opnemen. Big brother is watching you.
We zetten onze trip verder richting Georgia. Onderweg slapen we meestal in motels, sommige zijn erg goedkoop en muffig. Een absolute aanrader is het Savannah Thunderbird Motel. We worden er in de kamer opgewacht door een ontvangstcomité van kakkerlakken. In de badkamer komen ze uit het afvoergaatje. Wanneer ik de schuif van het nachtkastje open trek zie ik een Holy Bible liggen en -jawel hoor- een kakkerlak wegrennen. Deze bijbel komt goed van pas om de kakkerlakken dood te kloppen. Overigens, buiten dit klein euvel, was het een prima motel.
Georgia is een staat waar veel zwarten wonen. De hoofdstad is Atlanta, hometown van Martin Luther King. Dit icoon woonde in een wijk met houten huisjes, vlak naast het central business district. Het is een arme buurt die fel contrasteert met het moderne gedeelte waarin de hoge wolkenkrabbers staan. In een van de wolkenkrabbers kunnen we een glazen lift naar boven nemen. Van bovenop hebben we een prachtige skyline en zicht op brede autostrades met zeven rijvakken. Vanop deze hoogte lijken het wel speelgoedautootjes.
In Atlanta moet je zeker en vast het Coca-Cola Museum bezoeken. Je krijgt o.a. een interessante documentaire te zien. Pepsi heeft ooit beter gescoord in een blinde smaaktest en toen heeft Coca-Cola het recept veranderd. De 'New Coke' werd echter geen succes, na 79 dagen lanceerde men terug de originele smaak onder de naam 'Coca-Cola Classic'. Verder kan je er alle soorten flesjes en blikjes uit de hele wereld bewonderen. Er hangt een grote teller waarop je ziet hoeveel triljarden liters cola er tot nu toe geproduceerd zijn. In de laatste kamer van het museum staat er ons een verrassing te wachten: een rij fonteinen waar non-stop Coca- Cola uit spuit. Verder staan er tapkasten waar je alle andere frisdranken van de Coca-Cola Company kan proeven (en dat zijn er verbazingwekkend veel) zoals blauwe limonade. Bij de uitgang zien we een groepje zwarte schoolkinderen. Ze staan in een kring. Een paar gasten maken de beats en de anderen rappen er op. What’s up homiez?
Hopelijk hebben ze geen wapens op zak. Wapens vind je bijna overal. Drank kan je echter niet zomaar kopen. Er zijn speciale liquor stores waar je pas vanaf 18 binnen mag. Openbaar drinken mag niet, vandaar dat men in de States op straat alcohol drinkt vanuit een bruin kraftzakje. Vanaf 16 jaar mag je al autorijden.
Terug in Florida kamperen we aan Fernandina Beach. Onze tent staat vlak bij het strand. Een visser haalt juist een haai binnen. Het is een klein exemplaar. Ik mag de haai even in de hand houden. Ik houd hem vast aan zijn kaken zodat hij me niet kan bijten. Het beest spartelt en weegt best wel wat. We zien ook zeekoeien of manatees op het strand. Deze kunnen 13 feet lang worden en tot 3000 pound wegen.
Een manatee. Bijna zo schattig als een dolfijn.
Van deze vele attractieparken die in Florida liggen bezoeken we Disney World nabij Orlando en Kennedy Space Center op Cape Canaveral.
Disney World is enorm groot. Op een bepaald moment eindigt de autostrade aan het Disney World landgoed. Via een afrit kom je dan op een immense parking vanwaar je met een trein op monorail naar de ingang van een van de parken rijdt. Disneyland is eigenlijk opgedeeld in vier aparte themaparken: Disney’s Animal Kingdom, Disney’s Hollywood Studios, Epcot (een futuristisch park) en Magic Kingdom, waar het kasteel van Assepoester staat, dat op alle reclamefilmpjes veel groter lijkt dan het in werkelijkheid is! Dat komt omdat het dikwijls vanuit kikvorsperspectief wordt gefilmd. De leukste attractie is ongetwijfeld de overdekte rollercoaster Space Mountain. Je zit heel de tijd in het donker en dus weet je niet op voorhand waar je heen gaat. Licht- en geluidseffecten maken het geheel spannend en futuristisch. Ook leuk was de Toy Story attractie waarin je in het ruimteschip van Buzz Lightyear zit en zelf moet laserschieten op bewegende doelwitten.
Van het Kennedy Space Center hadden we iets meer verwacht, maar het is toch wel boeiend. Je moet in de bus zitten om verschillende sites te bezoeken. We hebben o.a. door een ruimtestation gewandeld en een Space Shuttle gezien.
Onze laatste vakantiedagen brengen we terug door in Miami. Door met jongeren te praten probeer ik een beeld te krijgen van hoe de Amerikanen naar Europa kijken.
Amerikanen die Europa bezocht hebben vinden het heel bijzonder dat je in Europa op korte afstand zo veel verschillende culturen hebt. Europa is zeer compact in vergelijking met de V.S. Ze hebben interesse in historische gebouwen zoals Griekse tempels, Middeleeuwse kastelen en Gothische kathedralen, want die heb je in de V.S. niet.
Als wij een melige Amerikaanse film of serie zien zeggen we soms spottend “dat is zo typisch Amerikaans.” Wel, in de V.S. heeft men ook een naam bedacht om brol uit Europa te benoemen: Eurotrash. Het Eurovisiesongfestival, Europese dancemuziek en Europese mode kunnen daar onder vallen. Eurotrash is ook een naam voor mensen die denken dat Europa verfijnder, beschaafder en cultureel hoger ontwikkeld is.
Veel Amerikanen zijn zelf heel patriottistisch en trots op hun land. Ze zijn bewust dat Amerika een machtig land is en dat veel uit de V.S. komt. Amerika heeft via multinationals, de film- en popmuziekindustrie een belangrijke culturele invloed op ons. Vele ideeën komen uit Amerika, maar er is ook een groot deel dat weg gefilterd wordt omdat het niet geschikt is voor de Europese markt. Europeanen hebben andere smaken en voorkeuren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten