Ik sta op de top van Morro Dois Irmãos. Achter ons zie ik
een nog hogere berg: de Pedra da Gávea. Met 844 meter is Pedra da Gávea een van de hoogste
bergen van Rio. Damn, die moet ik
beklimmen!
Een paar dagen later stelt Laurent – een Fransman die twee
weken in Rio verblijft en waar ik al een paar keer mee gaan trekken was – voor om
de Pedra da Gávea te doen.Het pad begint op het einde van de Estrada Sorima. Vanuit Zona Sul is er een goede busverbinding. Stap af wanneer je de berg net gepasseerd bent (als je vanuit Zona Sul komt), want het pad begint aan de westkant van de berg.
Aan het eind van de Estrada Sorima ligt de ingang van het
park. De moeilijkheidsgraad van het pad wordt omschreven als ‘hard’ en de tocht
duurt 2,5 uur. Ik denk dat we er minder over gaan doen. Ik herinner me nog dat
ik een wandeling deed in een natuurpark in de V.S., toen stond er ook 1,5 uur
en hebben we er amper 45 minuten over gedaan! Waarschijnlijk was dat omdat
zwaarlijvige Amerikanen trager stappen.
Het is verboden om na 14 uur te vertrekken. Aan de ingang
moet je je naam en telefoonnummer opgeven, voor het geval dat je niet op tijd
terug zou komen. Achteraf ben ik wel te weten gekomen dat het toegelaten is om
met een tent op de top te slapen, als je het vraagt aan de parkwachter die bij de ingang staat.
Het eerste deel van de tocht gaat door de jungle. Dit deel
is vrij gemakkelijk, hoewel er hier en daar al stukken bijzitten waarbij je
omhoog op de rotsen moet klauteren.Op een gegeven moment hoor ik boven ons geritsel in de bomen. Na enkele minuten pauzeren komt een hele apenfamilie tevoorschijn. Ik tel zo’n 12 stuks. Ik probeer contact te leggen met de apen. Ik grijp een dun boompje vast en begin er mee te schudden zodat de blaadjes luid ritselen.
Tot mijn verbazing grijpt één van apen ook een tak vast en begint er hevig mee te schudden. De minuten die daarop volgen schudden we om te beurt met een tak. Zijn imitatie was een vorm van communicatie. Facebook-vrienden zijn we niet geworden. Als vorm van dank gooi ik een halve banaan in de bossen.
We stappen verder. Het zweet druipt in liters van mijn lijf. Ik wring mijn T-shirt uit.
Tweederde van de tocht loopt door de jungle. Wanneer we uit de jungle komen
verschijnt er een grote monoliet in beeld.
Op dat moment ben ik al bijna door mijn watervoorraad heen. Mijn advies is om 3 liter water per persoon mee te nemen. En een lunchpakket.
Het paadje baant zich een weg rond de monoliet. Af en toe zijn er nog uitdagende stukken, bijvoorbeeld ergens moet je je via een kabel laten zakken.
In totaal hebben we er 1 uur 40 min. over gedaan om tot de top te geraken, in stevig tempo weliswaar.
Naast het Christusbeeld is dit één van de beste uitzichtpunten
van Rio. Cristo Redentor ligt meer centraal, maar het stikt er van de
toeristen waardoor je voortdurend in de rij moet wachten. Geef mij maar Pedra
da Gávea.
Het topgedeelte is vrij groot, dus je hangt er makkelijk een
uurtje rond om kiekjes te trekken. Als het zonnig en helder weer is, is het
vrij warm op de top.
Aan de oostkant zie je Cristo Redentor, Lagoa, Pão de Açúcar, Rocinha en Morro Dois Irmãos.
Aan de zuidkant ligt de Atlantische Oceaan.
Aan de westkant zie je Barra de Tijuca met Lagoa de Tijuca.
Aan de noordkant ligt Floresta da Tijuca.
Ik ben tot het inzicht gekomen dat er in Rio de Janeiro veel
mogelijkheden om te hiken zijn. Pedra da Gávea staat voorlopig op nummer één,
vanwege het panorama en de moeilijkheidsgraad.
Op de terugweg zagen we nog een groepje Amerikanen, met
allerlei touwen etc. Je hebt echter geen klimgerief nodig om deze tocht te doen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten