zondag 3 april 2011

Verkooptips en verkooptechnieken voor reisleiders

Werk je als reisleider en heb je slechte verkoopresultaten? Hoe kan je deze verbeteren? Maak je geen zorgen, je hoeft geen natural talented salesman te zijn om goede resultaten neer te zetten.

Als je een topverkoper wil worden, dan moet je de volgende tips doornemen en toepassen.


Opmerking: deze tips zijn minder toepasbaar op andere verkoopsituaties zoals B2B, omdat verkoop in het reisleidergebeuren een zekere vorm van hard selling is. Bij B2B ligt de focus meer op het uitbouwen van een lange termijnrelatie met de klant. Tijdens de infomeeting wordt een bepaalde emotie opgebouwd, wanneer het momentum bereikt is, moet de verkoop gesloten worden. Men moet het ijzer smeden als het heet is.


Deze technieken heb ik o.a. aangeleerd van managers en collega’s.

1. Leren door imitatie: kijk wie de beste verkoopresultaten in het team haalt. Volg informatiebijeenkomsten van topsellers. Maak notities van de meest overtuigende argumenten, die gebruik je achteraf zelf in je meetings.

2. Maak een verkoopscript. Voor grote groepen bestaat er een one best way benadering. Denk eens na hoe je iets op de meest aantrekkelijke manier formuleert.

3. Vraag aan andere mensen om je meetings bij te wonen en feedback te geven. Sommige fouten zie je zelf niet. Maak op basis hiervan een standaardlijstje dat je eventueel aanvult maar zeker geregeld raadpleegt tot het in je geheugen gegrift staat.

4. Verkoop begint al bij de transferspeech. Het enige moment wanneer je al de gasten ziet is bij de luchthaven. Leg uit waarom het zo belangrijk is dat de gast de volgende dag aanwezig is op de meeting.

5. Neem genoeg tijd voor een meeting. Indien mogelijk 30 minuten voor 2 personen, 1 uur voor 10 tot 20 personen, 1,5 uur voor 40 personen.

6. Een goede positie ten opzichte van het publiek is noodzakelijk zodat beeld en geluid degelijk overkomen. Plaats stoelen in een halve maan, bij voorkeur geen 180° want dan heb je mensen die zijdelings van je zitten.

7. De twee belangrijkste fasen zijn de intro en het slot. Je krijgt maar één kans voor een eerste indruk. Bij de intro moet de gast het gevoel krijgen dat hij welkom is en dat jij er bent om hem te helpen. Een openingszin kan zijn: “Wie is er hier al eens geweest?” Dan weet je onmiddellijk of er repeaters zijn en wat je wel of niet kan aanbieden.

8. Structureer. Begroeting/infomap/hotel/nabije omgeving/ruimere omgeving/slot. Vermijd blokverkoop. Verwerk de excursies in een verhaal. Aan de hand van een kaart en foto’s kan je een virtuele reis maken. Je vertelt bijvoorbeeld iets over de haven en dan breng je de boottochtjes aan.

9. Er is een verschil tussen een meeting en een gesprek. Zitten er twee mensen voor je dan vertel je geen standaardverhaal maar doe je een specifieke behoefteanalyse. “Hoe had u de vakantie zelf voorgesteld? Wat zou u graag doen deze vakantie? Actie, avontuur, natuur of cultuur? Wilt u iets van het eiland zien?” Als de gast zegt dat hij alleen maar hier is om uit te rusten bied je iets aan uit het programma om te relaxen. “Vindt u een boottocht leuk?” Begin met open vragen (wat, hoe, waar) en eindig met gesloten vragen (ja- of nee-antwoord).

10. Argumenteer. “Er is niets leuker dan een dagje te gaan zeilen, de frisse zeelucht in te ademen en tegelijkertijd nog een mooi bruin kleurtje te krijgen.” Of: “Een frisse bries door uw haar, geen 200 schreeuwende kinderen rond u.” En: “U kan in het diepe en koude water duiken.”

11. Het beslissingsproces om iets te boeken bestaat uit verschillende elementen:
-Eerst voldoende informatie geven: als de gast nog onbeantwoorde vragen heeft over het hotel, bankautomaat, dichtstbijzijnde winkel, openbaar vervoer of de terugvlucht zal hij minder goed luisteren naar excursies. Geef ook info tijdens het aanbrengen van excursies, anders krijgt de gast het gevoel dat je alleen maar wilt verkopen.
-Het inspelen op behoeften, het oproepen van emoties.
-Sympathie voor de verkoper bepaalt of iemand iets koopt. Speel je eigen persoonlijkheid uit en gebruik humor.
“Goedemorgen, is iedereen goed geïnstalleerd? Waren de bedden niet te hard?”
“U mag me altijd bellen op mijn nummer, maar als u om 3 uur ’s nachts een blaadje wc-papier nodig hebt moet u met niet wakker bellen, dat kan u evengoed aan de receptie vragen.”
“Pas op voor zakkenrollers in de souk, draag een heuptasje en steek er een schorpioen in!”
“De quadtour is de snelste manier om bruin te worden in Tunesië, pas wel op, als u achteraf een douche neemt is uw kleurtje er terug af.”

12. Geef insidertips en waarschuw voor mogelijke gevaren zoals gauwdieven of timesharingverkopers op de straat. Dit wekt vertrouwen op.

13. Zorg voor interactie met het publiek. “Heeft er iemand een idee hoe hoog de Pico Del Teide is?” of “Kent er iemand de nationale sport van het land? – Afpingelen.”

14. Wees persoonlijk. Toon oprechte interesse. Mensen zijn geen producten. Wanneer je een verhaal afratelt als een automatisme werkt het niet meer.

15. Praat luid en duidelijk, op een rustig tempo met pauzes.

16. 80 % van de beslissing is emotioneel, 20 % rationeel. Emoties overtuigen meer dan feiten. De beslissing om iets te kopen gebeurt vanuit buikgevoel.

17. Speel in op gevoelens. De belangrijke m.b.t. verkoop van excursies zijn: tijdsbesparing, nieuwsgierigheid, spanning/sensatie/avontuur, zintuiglijke ervaringen, gemak/comfort, zekerheid/veiligheid, prestige/imago, informatie, sociaal contact, liefde/seksualiteit en authenticiteit.

18. Gebruik prikkelende werkwoorden om gevoelens op te roepen: “Geniet, ontdek, beleef, bewonder, ruik, proef, zwem, …”

19. Zoek naar originele uitdrukkingen om gevoelens op te roepen in de excursies:
Sensatie: “Na een dagje in het waterpretpark zit u vol adrenaline.”
Imago: “De Bandamakrater is de mooiste plek van het eiland, die moet u zeker gezien hebben.” Of: “Het vulkaanlandschap werd gebruikt voor opnames van de film Planet of the Apes.” Of: “De Masca-wandeling staat op internet bij de top 10 hikings van Europa.”
Gemak: “De bus komt u hier ‘s morgens afhalen en zet u ’s avonds terug af aan het hotel.”
Informatie: “De gids gaat u alle interessante weetjes over het eiland vertellen.” Of: “Leer de oudste en diepste tradities van Turkije kennen.”
Rust: “Tijdens de wandeling bent u ver weg van het strand, de parasols en de toeristen. U komt direct in de vakantiestemming.”
Sociaal contact: “Maak kennis met de gastvrijheid van de berbers, dat zijn hele warme mensen.”
Authenticiteit
: “U ziet het echte gezicht van Marokko. Ontdek hoe de mensen hier oorspronkelijk leefden.”

Exclusiviteit/avontuur: “Met de jeep gaat u off-road, u neemt kleine paadjes die u zelfs niet met een huurauto kan nemen.”
Sfeer/activiteit: “In het dorpje Sidi Bou Said moet u een typisch café binnen gaan, een muntthee bestellen en van de sfeer genieten.”
Nieuwsgierigheid/activiteit: “Wat u daar allemaal gaat zien ga ik nog niet verklappen, maar u kunt er hele leuke vakantiefoto’s nemen.”
Voordeelstreven: “U betaalt slechts 20 euro. Gaan we lachen? Dat is spotgoedkoop!”
Liefde/seksualiteit: "Wie is er nog single? Dan heb je geen excuus om niet mee te gaan op de discotour!”

20. Spreek tot de verbeelding.
Beeld u in dat u op het eiland La Gomera aankomt, volledig groen, tropisch en bijna onbewoond.”
“Als u met deze boot meevaart, dan wordt u omringd door groepen walvissen en dolfijnen. Rond deze tijd van het jaar zijn er veel babydolfijntjes, die zijn heel speels en springen uit het water.”

21. Spreek in gebiedende wijs, niet “u kan” of “u mag.”
“Als u na een excursie zin hebt om op eigen houtje in de bergen te trekken, huur dan een auto.”

22. Vermijd woorden die twijfel uitdrukken: eventueel, misschien, waarschijnlijk, …

23. Een zeer effectieve techniek is de nutsformulering. Die bestaat uit het herkennen van behoeften en het voorstellen van een oplossing. Je laat duidelijk het voordeel van een actie zien. De overbrugging wordt meestal gemaakt door “Als...dan…”
“Als u een onvergetelijke ervaring van Tunesië wil hebben, dan moet u de Sahara Explorer doen. Neem dan nog een dagje Tunis, Carthago en Sidi Bou Said erbij, dan hebt u een behoorlijk plaatje van Tunesië.”
“Alles wat u hier ziet is nieuw en modern, als u echt het authentieke Tenerife wil ontdekken en de prachtige natuur bewonderen, dan moet u zeker en vast eens het binnenland intrekken.”
“Als u alle blikvangers van het eiland op één dag wilt zien, dan moet u de eilandrondrit doen.”


24. Gebruik sloganeske taal (oneliners).
“Dat zijn twee vliegen in een klap.”
“Dat is de mooiste ervaring van uw leven.”
“Een show om nooit te vergeten.”


25. Oefen voor de spiegel. Gebruik de overtuigende expressies wanneer je iets vertelt. Het is belangrijk met iedereen oogcontact te hebben en oogcontact te houden. Sommige gasten trekken meer aandacht als anderen. Verdeel je aandacht gelijk.

26. Gebruik tijdens de meeting uitdagende activeringszinnen.
“U kan geen week aan het zwembad van het hotel blijven liggen, dan gaat u niets gezien hebben! U moet een beetje variatie in uw vakantie brengen!”
Knipoog naar iemand. “Jij wilt dat wel graag doen hé!”

27. Gebruik tijdens de meeting fotomateriaal. Een beeld spreekt meer dan duizend woorden. Gebruik grote foto’s voor grote groepen.

28. Het slot is het allerbelangrijkste deel. Maak een appèl.
“Een ideale vakantie is een combinatie van zon, relaxen, natuur, cultuur en avontuur. U kan zich hier zeker en vast niet vervelen. Als u graag een excursie wil boeken, dan kan u nu bij mij reserveren. Bekijk het nog even, ik ben hier nog even voor u.”

29. Wanneer iemand na het slot een meteen klacht wilt aanbrengen, durf dan te zeggen dat je eerst de excursies gaat reserveren en achteraf samen naar een oplossing zal zoeken, anders gaat het momentum dat je hebt opgebouwd verloren.

30. Controleer je lichaamshouding. Op het moment dat je verwacht dat de mensen gaan boeken mag je niet naar voor leunen, dat wijst op behoeftigheid. Wees niet inhalig, denk: “Ik stel het gewoon voor, dit is het.”

31. Stel een gesloten vraag om de verkoop te sluiten.
"Kàn ik alvast iets boeken voor u?”
“Wat denkt u daarvan, kan ik dat zo vastleggen voor u?”
“U wilt graag mee op de jeepsafari?”

De intonatie van deze vraag moet klinken als “Dat doen we toch!” Het is een retorische vraag. Een vraag waar je alleen maar ja op kan antwoorden. Vergeet achteraf niet te bedanken voor de inschrijving.

32. Probeer zo veel mogelijk mensen onmiddellijk te laten boeken. 80 % van de mensen komt niet meer terug. Zeker Nederlanders moet je op het moment zelf laten boeken of ze gaan kijken, vergelijken en elders boeken.

(Uitzondering: bij verre bestemmingen hebben de mensen een lange reis achter de rug, een jetlag en ze blijven gemiddeld voor een langere tijd op de bestemming, direct boeken is beter maar niet noodzakelijk)

33. Herken signalen en reageer adequaat. Als de gast vragen stelt over een uitstap zoals: “Is dat ver rijden?” twijfelt de gast nog en is hij op zoek naar een meerwaarde. Dan kan je bijvoorbeeld zeggen: “Dat is een zeer mooie route.”

34. Je kan goedschiks afronden of een beetje overdrijven. Bijvoorbeeld een boottocht van 2,5 uur is 3 uurtjes. Anderhalf uur rijden is een uur rijden. Op zulke momenten is het soms noodzakelijk om een klein beetje aan te passen om mensen over de streep te trekken. Lieg niet over essentiële elementen want dat keert zich tegen jou.

35. Je kan wat pushen.
“U moet zelf beslissen, maar vergeet niet, een bruin kleurtje blijft voor enkele weken, een mooie vakantieherinnering is voor altijd.” Sterk oogcontact is hier essentieel omdat dat de geloofwaardigheid kracht bijzet.

36. Als de gasten vragen om later terug te komen kan je zeggen: “Het is beter om nu een planning voor uw vakantie te maken, als u later terugkomt bestaat de kans dat het al is volgeboekt.”

37. Omgang met tegenargumenten. Een typische fout is het argument direct van tafel vegen. Neem het tegenargument serieus. Geef de gast eerst gelijk.
“Ik zou er nog even over willen nadenken. - Natuurlijk, ik zou er ook nog even over willen nadenken. (pauze) Maar als u nu reserveert, dan bent u zeker van uw plaats.”

38. Je geeft je niet meteen gewonnen.
“Waar twijfelt u nog over, ik ben hier om mee met u te denken.”
Te veel pushen werkt averechts. Vraag het maximum 2 keer. Dit is ook een kwestie van het juiste evenwicht vinden, afhankelijk van persoon tot persoon. Het Fingerspitzengefühl (de vaardigheid om een delicate situatie juist in te schatten) ontwikkelt zich doorheen de jaren. Als je te veel moet pushen was je verkoopgesprek niet overtuigend genoeg.

39. Omgekeerde psychologie werkt ook.
“Anders kan u later terugkomen morgen tijdens de bezoekuren.”
Of begin na het slot reeds in te pakken en maak aanstalten om te vertrekken.

40. Help gasten in hun keuze, maar laat ze wel zelf kiezen. Als mensen twijfelen tussen twee excursies, zeg dan duidelijk: “Dat is de beste excursie uit ons programma.”

41. Gebruik de alternatieve vraagstelling wanneer je iemand in een bepaalde richting wilt duwen.
“Wilt u dat graag op woensdag of op zaterdag doen?”
“Wilt u de bustour of de jeeptour doen?”

Meestal kiest men de tweede optie omdat dat het meest blijft hangen.

42. Behandel tegenwerpingen zorgvuldig op cruciale momenten. Een gast kan soms tegenwerpen na al ingestemd te hebben.
“Moeten wij zo vroeg opstaan om te vertrekken?! Dan kunnen wij niet meer ontbijten.” Als je geen goed antwoord formuleert bestaat de kans dat de gast annuleert. Antwoord met: “Het is een niet te missen ervaring” of “U kan aan de receptie vragen of men een lunchpakket voor u klaar maakt.”

43. Productkennis is onontbeerlijk. Weet een antwoord op alle vragen van het hotel, het openbaar vervoer, de omgeving en excursies. Probeer alle excursies te doen. De gast moet denken dat je alles weet. Dit is goed voor de relatie met de gast. Dan komt hij voor alles naar jou, en heb je meer kans om iets te boeken.

44. Elk contact met de gast is een opportuniteit. Als je gasten tegenkomt in het hotel of tijdens bezoekuren kan je vragen: “Wat hebt u al gedaan deze vakantie? Wat hebt u al van het land gezien? Hebt u ons vernieuwd excursieprogramma al gezien? U hebt me verteld hoeveel interesse uw vrouw in cultuur heeft, wat vindt u van het idee om haar met een excursie naar … te verrassen?”

45. Stel een positieve houding op t.o.v. verkoop: vb. “Ik zie geen verschil tussen service verlenen en verkopen." Of: “Ik beschouw verkoop als een kunst.” Of: “Verkoop is voor mij een uitdaging.” En: “Ik probeer mezelf voortdurend te verbeteren.”

Een verkooptrainer zei me ooit eens: “Als ik zelf bijvoorbeeld schoenen ga kopen, dan maak ik ook altijd een paar tegenwerpingen, zoals ‘Ik twijfel nog een beetje.’ Gewoon om te zien hoe de man er op reageert en of hij zijn best wel doet om mij iets te verkopen.”

vrijdag 25 maart 2011

Roadtrip door Amerika: Florida en Georgia

“That’s a fucking quarter man!” We zijn een beetje verschoten van de brutaliteit en vrijpostigheid waarmee een zwarte bagagedrager op de luchthaven van Miami onze koffers uit de handen trok, ze op een karretje laadde, ermee naar de uitgang van de aankomsthal reed en vervolgens om een fooi vroeg. We vinden dit vervelend want we hadden niet om hulp gevraagd. De man is duidelijk niet tevreden met onze vergoeding: een overschotje aan muntstukken van een vorige Amerikareis.

Met een Chevrolet, een echte Amerikaanse bak mét cruise control, zullen we Florida en Atlanta doorkruisen. Florida, The Sunshine State, is een staat waar veel rijke Amerikanen en filmsterren een buitenverblijf hebben. Op weg van de luchthaven naar de stad Miami rijden we over een groot meer dat verbonden is met de zee. Hierin liggen kleine eilandjes met villa’s, echte gated communities. Sommige afritten zijn afgesloten door bewaakte slagbomen. Hier wonen alleen maar mensen die een klein fortuin hebben. Achter elke villa ligt en steiger met een jacht.


De Amerikanen zijn erg hartelijk. Als wildvreemde wordt je in een restaurant of winkel vaak aangesproken met "honey" of "sweety". Ze zijn ook heel hulpvaardig als je om de weg vraagt.

In Miami bezoeken we Little Havana, een Cubaanse wijk. Hier wonen heel veel latino’s, vooral afkomstig uit Cuba en Mexico. Spaans is er na Engels de meest gesproken taal. Naast latino’s wonen er ook veel oudere mensen, gevestigd in zogenaamde retirement communities. Met haar subtropisch klimaat is Florida een paradijs voor gepensioneerden. Het is meestal goed weer, af en toe wordt deze regio geteisterd door orkanen. Een typerend beeld is een bejaard vrouwtje in een trainingspak met een golfpetje.

De afstanden in Miami zijn groot. De V.S. hebben niet alleen een fastfood-, maar ook een autocultuur. Men spreekt wel eens over autosteden. Zonder wagen kom je nergens. Langs de drukke banen liggen enorm veel fastfoodketens. Naast de bekende McDonalds, Pizzahut en Burger King zijn er ook nog Taco Bell en KFC (Kentucky Fried Chicken). In Taco Bell kan je taco’s en burrito’s vreten, KFC produceert allerlei soorten burgers met kip. De clichés over de V.S. kloppen hier. 'Bigger is better': gebouwen, auto’s, en menu’s zijn groter dan in Europa. Zwaarlijvigheid is niet abnormaal. Op de boulevard van Miami Beach staat een moddervette politieagent met een walkietalkie te zwaaien. Ik kan me niet inbeelden dat hij een wilde achtervolging zou inzetten. Mogelijk is de fysieke test niet zo zwaar bij de selectieprocedure van het Miami Police Department.


Taco Bell is best wel lekker. Vreemd dat Taco Bell nog steeds niet in Europa is doorgebroken.

Dat veel Amerikanen dik zijn komt omdat fastfood alomtegenwoordig is, populair en bovendien heel goedkoop. Goedkoper dan zelf koken. Dat werkt een bepaalde levensstijl in de hand maar is meestal ook de enige uitweg voor de poor class. Voor weinig geld koop je veel energie. De massaproductie van fastfood is niet vergelijkbaar met de Europese schaalgrootte. Ook in supermarkten is het eten veel ongezonder. Als je een Walmart binnen stapt zie je bijna geen gezonde basisproducten in de rekken liggen zoals tomaten, komkommers, witte yoghurt en bruin brood. Wel roomijs met kauwgomballen erin, spuitbussen met vloeibare kaas om zo in je mond te spuiten, twintig soorten donuts, honingsaus voor bij de frieten, gefrituurde chocoladekoekjes, soms sta je echt paf als je ziet wat men allemaal in Amerikaanse supermarkten verkoopt. Vitaminen zijn verkrijgbaar in pilvorm bij de local drugstores.


Wat zijn de Amerikanen toch inventief. Met de cheese spray kan je vanuit je luie zetel je mond volspuiten met kaassmurrie.

Met onze Chevy rijden we richting de Keys, een rij eilandjes onder Florida. Key West is het zuidelijkste punt van de Verenigde Staten. Alle eilandjes zijn verbonden met bruggen. Langs de eilandjes liggen veel huisjes met vissersbootjes. Vissen is een populaire bezigheid in Amerika. Naast vissen zijn de Keys erg in trek bij duikers vanwege de vele koraalriffen. De keys zijn ook bekend van de jeugdserie Flipper, die werd daar opgenomen.


Daarna trekken we terug noordwaarts richting Everglades. Dit is een heel groot natuurgebied met uitgestrekte moerassen, bekend van de alligators en de propellerboten. Deze boten zijn geschikt om in het ondiepe water te varen. Jammer genoeg zijn deze moerassen niet alleen ideaal woongebied voor alligators, ze zijn ook een geliefkoosd terrein voor muggen. Het krioelt er van. Nooit in mijn leven heb ik zoveel muggen bij elkaar gezien. Op sommige plekken zijn er zo veel dat het eigenlijk niet meer aangenaam is om het natuurpark te bezoeken. Ergens zien we een parkwachter die met een speciale muggenstift over zijn armen heeft gesmeerd, maar zelfs dan is het nog hopeloos. Op zijn armen ligt een miniberglandschap van beten.


Later die dag zit een grote zwerm muggen ons op de hielen. We vluchten met z’n allen naar de auto. Om er zo weinig mogelijk in de auto te laten vliegen schudden we eerst de muggen van ons af, vervolgens tellen we af en dan doen we bliksemsnel de autodeuren open en dicht om in te stappen. Zelfs wanneer de autodeuren maar een seconde open zijn geweest moeten we tientallen vervelende indringers doodkloppen. Heel het plafond en de ramen van de huurauto plakken vol dode muggen en bloedspatjes. Leuk is anders. Ze steken als uitgehongerde wolven en het jeukt verschrikkelijk. Toch hebben we alligators en watervogels gezien en heeft een lynx heeft ons pad gekruist. Hij bleef ons aanstaren met zijn katachtige blik en koos vervolgens het hazenpad. Bij de uitgang van het park kan je in een toeristenshop een heel toepasselijke sticker kopen: ‘I gave blood to the Everglades’.

Verder weg zien we aan de zijkant van de baan een casino staan. Voor de ingang staan enkele bewakers met padvindershoeden. Het casino is opgesplitst in een luidruchtige gedeelte, waar vele rijen bingokasten staan, en een tweede verdiep waar Roulette, Black Jack en Texas Hold’em Poker gespeeld worden. Omdat we niet eten in het casinorestaurant en geen fiches aankopen, worden we snel terug naar buiten gestuurd. We hebben toch even de sfeer kunnen opnemen. Big brother is watching you.

We zetten onze trip verder richting Georgia. Onderweg slapen we meestal in motels, sommige zijn erg goedkoop en muffig. Een absolute aanrader is het Savannah Thunderbird Motel. We worden er in de kamer opgewacht door een ontvangstcomité van kakkerlakken. In de badkamer komen ze uit het afvoergaatje. Wanneer ik de schuif van het nachtkastje open trek zie ik een Holy Bible liggen en -jawel hoor- een kakkerlak wegrennen. Deze bijbel komt goed van pas om de kakkerlakken dood te kloppen. Overigens, buiten dit klein euvel, was het een prima motel.

Georgia is een staat waar veel zwarten wonen. De hoofdstad is Atlanta, hometown van Martin Luther King. Dit icoon woonde in een wijk met houten huisjes, vlak naast het central business district. Het is een arme buurt die fel contrasteert met het moderne gedeelte waarin de hoge wolkenkrabbers staan. In een van de wolkenkrabbers kunnen we een glazen lift naar boven nemen. Van bovenop hebben we een prachtige skyline en zicht op brede autostrades met zeven rijvakken. Vanop deze hoogte lijken het wel speelgoedautootjes.


In Atlanta moet je zeker en vast het Coca-Cola Museum bezoeken. Je krijgt o.a. een interessante documentaire te zien. Pepsi heeft ooit beter gescoord in een blinde smaaktest en toen heeft Coca-Cola het recept veranderd. De 'New Coke' werd echter geen succes, na 79 dagen lanceerde men terug de originele smaak onder de naam 'Coca-Cola Classic'. Verder kan je er alle soorten flesjes en blikjes uit de hele wereld bewonderen. Er hangt een grote teller waarop je ziet hoeveel triljarden liters cola er tot nu toe geproduceerd zijn. In de laatste kamer van het museum staat er ons een verrassing te wachten: een rij fonteinen waar non-stop Coca- Cola uit spuit. Verder staan er tapkasten waar je alle andere frisdranken van de Coca-Cola Company kan proeven (en dat zijn er verbazingwekkend veel) zoals blauwe limonade. Bij de uitgang zien we een groepje zwarte schoolkinderen. Ze staan in een kring. Een paar gasten maken de beats en de anderen rappen er op. What’s up homiez?

Hopelijk hebben ze geen wapens op zak. Wapens vind je bijna overal. Drank kan je echter niet zomaar kopen. Er zijn speciale liquor stores waar je pas vanaf 18 binnen mag. Openbaar drinken mag niet, vandaar dat men in de States op straat alcohol drinkt vanuit een bruin kraftzakje. Vanaf 16 jaar mag je al autorijden.

Terug in Florida kamperen we aan Fernandina Beach. Onze tent staat vlak bij het strand. Een visser haalt juist een haai binnen. Het is een klein exemplaar. Ik mag de haai even in de hand houden. Ik houd hem vast aan zijn kaken zodat hij me niet kan bijten. Het beest spartelt en weegt best wel wat. We zien ook zeekoeien of manatees op het strand. Deze kunnen 13 feet lang worden en tot 3000 pound wegen.


Een manatee. Bijna zo schattig als een dolfijn.

Van deze vele attractieparken die in Florida liggen bezoeken we Disney World nabij Orlando en Kennedy Space Center op Cape Canaveral.

Disney World is enorm groot. Op een bepaald moment eindigt de autostrade aan het Disney World landgoed. Via een afrit kom je dan op een immense parking vanwaar je met een trein op monorail naar de ingang van een van de parken rijdt. Disneyland is eigenlijk opgedeeld in vier aparte themaparken: Disney’s Animal Kingdom, Disney’s Hollywood Studios, Epcot (een futuristisch park) en Magic Kingdom, waar het kasteel van Assepoester staat, dat op alle reclamefilmpjes veel groter lijkt dan het in werkelijkheid is! Dat komt omdat het dikwijls vanuit kikvorsperspectief wordt gefilmd. De leukste attractie is ongetwijfeld de overdekte rollercoaster Space Mountain. Je zit heel de tijd in het donker en dus weet je niet op voorhand waar je heen gaat. Licht- en geluidseffecten maken het geheel spannend en futuristisch. Ook leuk was de Toy Story attractie waarin je in het ruimteschip van Buzz Lightyear zit en zelf moet laserschieten op bewegende doelwitten.

Van het Kennedy Space Center hadden we iets meer verwacht, maar het is toch wel boeiend. Je moet in de bus zitten om verschillende sites te bezoeken. We hebben o.a. door een ruimtestation gewandeld en een Space Shuttle gezien.


Onze laatste vakantiedagen brengen we terug door in Miami. Door met jongeren te praten probeer ik een beeld te krijgen van hoe de Amerikanen naar Europa kijken.

Amerikanen die Europa bezocht hebben vinden het heel bijzonder dat je in Europa op korte afstand zo veel verschillende culturen hebt. Europa is zeer compact in vergelijking met de V.S. Ze hebben interesse in historische gebouwen zoals Griekse tempels, Middeleeuwse kastelen en Gothische kathedralen, want die heb je in de V.S. niet.

Als wij een melige Amerikaanse film of serie zien zeggen we soms spottend “dat is zo typisch Amerikaans.” Wel, in de V.S. heeft men ook een naam bedacht om brol uit Europa te benoemen: Eurotrash. Het Eurovisiesongfestival, Europese dancemuziek en Europese mode kunnen daar onder vallen. Eurotrash is ook een naam voor mensen die denken dat Europa verfijnder, beschaafder en cultureel hoger ontwikkeld is.

Veel Amerikanen zijn zelf heel patriottistisch en trots op hun land. Ze zijn bewust dat Amerika een machtig land is en dat veel uit de V.S. komt. Amerika heeft via multinationals, de film- en popmuziekindustrie een belangrijke culturele invloed op ons. Vele ideeën komen uit Amerika, maar er is ook een groot deel dat weg gefilterd wordt omdat het niet geschikt is voor de Europese markt. Europeanen hebben andere smaken en voorkeuren.

woensdag 9 maart 2011

Skydive op Gran Canaria

Ongetwijfeld staat skydiven, of parachutespringen met een vrije val op de to do list van vele mensen. Alleen is de drempel om het te gaan doen hoog. Het kost wat, je moet een organisatie in de omgeving uitzoeken en er naar toe gaan.

Nu deed zich de mogelijkheid voor. In Gran Canaria worden tandemsprongen georganiseerd en we zouden een groepskorting krijgen: 180 euro per persoon, DVD en verzekering inclusief. Ik had wel eens gehoord van iemand dat hij blijvend last van zijn enkel had omdat hij slecht geland was met een parachutesprong, die kennis zullen we dus in het achterhoofd houden.

De weersomstandigheden zijn ideaal: helderblauwe lucht. Geen regenwolk in de verte te zien die de pret zou kunnen bederven. Vandaag gaat het eindelijk gebeuren. Klaar voor de luchtdoop. De acht personen worden opgedeeld in vier beurten, omdat er maar plaats is voor twee begeleiders met twee personen in het vliegtuigje. Omdat ik als laatste ga zal ik de personen voor mij zien springen. We wachten onze collega’s op in de zandduinen. Wanneer de begeleidster aan de grond een boodschap krijgt door de walkietalkie kijken we naar het piepkleine witte vliegtuigje in de hemel. Stilte. Dan zien we een donker puntje naar beneden vallen. Vijftien seconden later nog één. Ze vallen razend snel. Dertig seconden. Dan flopt de parachute open. Op acrobatische wijze vliegen ze met de parachute in een paar minuten tot bij ons. Alle twee veilig geland. Adrenaline, opluchting en een brede lach. Beelden worden vastgelegd met de digitale fototoestelletjes.

Dan is het onze beurt. Terwijl onze collega’s hun ervaring met ons delen beginnen de twee begeleiders de parachutes vakkundig op te vouwen. Een parachute kan je niet zomaar in een rugzak proppen zoals je kleren in de wasmachine steekt. Even later krijgen we van de begeleidster aan de grond nog even kort instructies over de sprong, over hoe we uit het vliegtuig moeten springen en hoe we moeten landen.

De luchthaven ligt op 7 km van de duinen. Tijdens de rit kunnen we kennis maken met onze instructeurs en moeten zij waarschijnlijk de typical asked questions beantwoorden. Mijn collega vraagt wat er gebeurt als de parachute niet open gaat. Volgens de begeleider zit er nog een tweede parachute in de rugzak die automatisch open gaat op een hoogte van 1,5 km. Dus als de instructeur bewusteloos zou worden kan je nog steeds veilig aan de grond komen. Ik vraag mijn instructeur om iets langer als normaal te wachten als normaal alvorens de parachute open te trekken. Het antwoord hierop is negatief. Flauw. Verder vertellen de springgasten nog dat ze die dag al 4 keer gesprongen hebben. Voor hen is het gewoon werk, routine.

Eenmaal op de luchthaven aangekomen is er geen tijd meer om nog een testament te schrijven. Direct in de riemen en in het vliegtuig. We krijgen een brilletje zodat onze ogen beschermd zijn tegen eventuele objecten. Het tuig stijgt op. Naast ons zien we een gyrocopter landen. Ons vliegtuig is niet groot. Met vier achterin een Porsche is het nog comfortabeler. We genieten van de mooie uitzichten over het eiland. Het vliegtuigje vliegt eerst tot boven de zandduinen aan het strand en maakt spiralen om hogerop te raken. Na drie steile spiralen zitten we op 5 km hoogte. De spanning stijgt. Het moment is daar.


Zicht vanuit het vliegtuig op ongeveer 2 km hoogte.

Wanneer het deurtje wordt opengeslagen, worden we overvallen een oorverdovend lawaai van de propellers. Geen angst, alleen opwinding. De eerste drie seconden zijn spooky. Wat ongeoriënteerd in de lucht rollen, vooral met je gezicht naar boven is echt gek. Na enkele seconden vallen we stabiel met het gezicht naar beneden. Steeds sneller en sneller, aangetrokken door massa van de aarde. De aardbol voelt aan als een reusachtige magneet. De snelheid neemt exponentieel toe. Mijn vel schuift naar achter. Heerlijk die val.

Na vijftig seconden vallen trekt de instructeur zonder overleg de parachute open. We zijn nog steeds een aantal kilometer verwijderd van de begane grond. Geen harde schok. Rustig zweven. Naast ons zien we de anderen zweven, ze komen dichter naar ons toe. De parachutes vliegen zij aan zij en raken elkaar. De instructeurs roepen en lachen wat tegen elkaar.

Daarna scheiden onze wegen weer en gaan we pirouetten draaien. Opeens roept mijn begeleider iets onzekers, het lijkt even of er echt iets fout gaat. Grapje van hem.

Een paar minuten landen we stijlvol in de zandduinen waar de rest ons staat op te wachten. Het komende uur zal ik nog in een roes verkeren die langzaam wegebt. Achteraf bezien was het een omgekeerde climax. De eerste drie seconden zijn het best, wanneer het valscherm open gaat, is het grootste deel van het plezier er af. Ik kan dit alleen maar aanraden aan andere mensen.

Een laatste bedenking: ik denk dat er een belangrijk verschil is tussen een solo- en een tandemsprong. Als je solo springt heb je je eigen lot in handen, dat moet nog een iets grotere kick geven.

Daguitstap naar Fuerteventura

Vanuit de haven van Las Palmas in Gran Canaria gaan we één dag met de boot naar een ander Canarisch eiland: Fuerteventura. Dit eiland ligt ten westen van Gran Canaria op 2,5 uur varen. Hoewel de ferryboot een mastodont is, zijn we niet gevoelloos voor de krachtige golven van de oceaan.

Omdat we heel vroeg in de morgen vertrokken zijn kunnen we na een tiental kilometer varen vanachter op het dek één van ’s werelds mooiste zonsopgangen aanschouwen. De zon komt tevoorschijn vanachter de bergen die het eiland Gran Canaria vormen. De wolken rond de bergtoppen worden roze gekleurd. Een oranje brandende bol stijgt langzaam op, en wordt steeds feller voor het oog.

Wanneer na een aantal uren varen de eerste contouren van Fuerteventura in zicht komen zien we dat het eiland zeer vulkanisch is. Al de scherpgevormde heuvels waren vroeger vulkanen. De ferry legt aan in Morro del Jable in het zuiden. Van daaruit zullen we tot het midden van het eiland rijden en terug om een algemene indruk te krijgen. Er is niet genoeg tijd op één dag om tot het noorden te rijden. Er is ’s avonds maar één ferry terug en die mogen we niet missen.


Fuertventura is een van de oudste eilanden van het Canarische archipel. Door de eeuwenlange erosie zijn er geen hoge bergen meer (hoger dan 1000 m). Dit heeft tot gevolg dat het eiland geen contrasterende tropische en droge kant heeft zoals Tenerife en Gran Canaria. Als de bergen hoger geweest waren, zouden de wolken in de bergen blijven hangen waardoor er één eilandzijde groen begroeid zou zijn. Het eiland is droog en heuvelachtig, soms een beetje rood. Als men een speelfilm over de planeet Mars zou maken, zou Fuerteventura een goede locatie zijn. Er zijn gedeeltes die iets groener zijn, maar het overgrote deel is onvruchtbaar en zanderig. Bijna overal zijn er bergen, maar er liggen ook grote vlaktes op het eiland.


Fuerteventura is zeker niet het aantrekkelijkste eiland om op te wonen in vergelijking met andere. Het mag dan wel na Tenerife het grootste eiland zijn, het heeft maar 90 000 inwoners. In verhouding tot de oppervlakte is dat dunbevolkt. Fuerteventura heeft de vorm van een beenham. Vroeger heersten er twee guanchenkoningen. De ene regeerde over het midden en het noorden (80 %), de andere bezat het zuidelijke gedeelte (20 %). Op het smalste gedeelte scheidde een muur de twee regio’s. Toen de Spaanse veroveraars het eiland wilden overmeesteren werd er door de lokale bevolking –in tegenstelling tot Gran Canaria en Tenerife- heel weinig weerstand geboden.


Kenmerkend voor Fuerteventura zijn de vele geitjes, die lopen overal rond in de natuur. Volgens sommige bronnen zouden er meer geitjes dan mensen zijn. De geitjes zijn een belangrijk product voor de inheemse bevolking. Van de vacht worden kleren gemaakt, van de melk geitenkaas. Het vlees wordt ook gegeten maar niet in grote mate. Geitenvlees heeft een bijzondere smaak die niet iedereen lekker vindt. Het is niet vergelijkbaar met koe, kip of varken. Er wordt ook aan landbouw gedaan maar niet in grote mate.

De grote inkomsten haalt het eiland uit toerisme. Het eiland heeft ongetwijfeld de mooiste zandstranden. Helderblauw water en goudgeel zand. Verder is het eiland heel populair om te kite-, wind-, en golfsurfen. Windsurfen en kiten doet men vooral in het zuiden en aan de gehele westkant. In het noorden heb je golven van wereldklasse. De bekendste golf is wellicht ‘the Bubble’. Oppassen, deze is niet voor beginners. De Atlantische oceaan beukt hier met kracht in op het noordelijke punt van het eiland. Er zijn al doden gevallen.


The Bubble. Zonder board control heb je hier niets te zoeken.

Persoonlijk vond ik Fuerteventura een interessante ervaring voor een dag, maar ik zou er onder geen enkele voorwaarde willen wonen, omdat er te weinig te beleven is. Er zijn geen steden, geen rijkdom aan cultuur en uitgebreide mogelijkheden die grootsteden bieden. Alles is heel kleinschalig. Wel zou ik er een week of twee naar toe gaan om heerlijk met een plank over het water van de golven te glijden.

zondag 5 december 2010

Wonen, surfen en uitgaan in Gran Canaria en Tenerife

Tenerife en Gran Canaria zijn wat betreft toerisme de twee meest bezochte Canarische Eilanden. Tenerife is het grootste eiland, Gran Canaria is wat kleiner maar heeft het grootste aantal inwoners. Omdat ik zelf op beide eilanden heb gewoond en gewerkt, kan ik een vergelijking maken tussen beide eilanden.

Tussen Gran Canaria en Tenerife bestaat er een kleine rivaliteit, die vergelijkbaar is met een rivaliteit die vaak aanwezig is tussen twee grote steden in een land of regio. Tenerife heeft grofweg 700.000 inwoners, Gran Canaria ongeveer 800.000. De grootste stad van de Canarische eilanden is Las Palmas in Gran Canaria met bijna 400.000 inwoners.

Las Palmas heeft een mooi oud stadsgedeelte, met gekleurde huisjes in Spaanse koloniale stijl. Het moderne stadsgedeelte ligt op het smalle deel van het schiereiland. Hier is het lastig om met de auto te rijden, omdat er veel eenrichtingsstraten zijn, gelegen in een dambordpatroon. Doordat er weinig verkeerslichten zijn moet je voortdurend ritsen en verloopt het autoverkeer heel traag.


Gran Canaria

De oorspronkelijke bewoners

Beide eilanden werden oorspronkelijk bewoond door Guanchen, vermoedelijk waren dit berbers uit Noord-Afrika. Andere bronnen beweren dat het Noormannen waren, omdat ze blond haar en blauwe ogen hadden. Misschien was het een mix van de twee, maar berbers lijkt het meest plausibel omdat Marokko het dichtsbijzijnde land is.

In het koloniale tijdperk hebben de Spanjaarden het Canarische archipel overgenomen. De Spanjaarden gebruikten de Canarische Eilanden als tussenstop voor scheepvaartexpedities. Een deel van de Guanchen werd uitgemoord, anderen werden tewerkgesteld als slaven in plantages of verbannen naar het Spaanse vasteland. Daar hebben ze beroepen aangeleerd. Later zijn vele Guanchen teruggekeerd, maar ze verzwegen vaak hun afkomst omdat dit nadelig was om zich te positioneren op de maatschappelijke ladder. Daarom lieten ze zich dopen en veranderden hun naam in een Spaanse naam. Vandaag de dag leven de Guanchen nog voort in de Spaanse bevolking.

Het landschap

De natuur in Tenerife is zeer goed bewaard gebleven. Midden in het eiland ligt een beschermd natuurgebied, het Nationale Park Del Teide, waarin de Pico Del Teide pronkt, een vulkaan van 3718 meter hoog en daarmee de hoogste berg van Spanje. Deze vulkaan staat eigenlijk in een andere krater, een reusachtige krater met een doorsnee van 10 km. Aan de voet van Pico Del Teide ligt een prachtig maanlandschap met lavavelden waarin filmopnames werden gemaakt voor Planet Of The Apes en Clash Of The Titans.


Pico Del Teide, Tenerife

Gran Canaria heeft ook mooie natuur maar is iets meer volgebouwd, bijna overal waar je rijdt in de natuur zijn hier en daar huizen gebouwd. Voornamelijk op de westkant van het eiland vind je nog wel ongerept natuurgebied. Beide eilanden staan bekend voor hun grote verscheidenheid aan flora. Er groeien vele gemuteerde variaties van plantensoorten die nergens anders ter wereld voorkomen. Grote diersoorten zijn er niet. Het grootse dier dat er in de vrije natuur rondloopt is de haas. Verder zijn er heel veel hagedisjes. In Tenerife staan deze hagedissen vaak afgebeeld op T-shirts als symbool voor het eiland. Rond de eilanden zwemmen veel walvissen en dolfijnen.

De vorm van beide eilanden is zeer verschillend. Tenerife is een piek die uit de oceaan steekt, Gran Canaria heeft geen duidelijk uitstekende bergtop. Het is moeilijk te zien waar de hoogste top van het eiland zich juist bevindt. De hoogste top op Gran Canaria, Pico De Las Nieves, haalt slechts 1949 meter. Gran Canaria is platter in verhouding met Tenerife. Van bovenaanzicht is Gran Canaria stervormig, in die zin dat er van het midden naar de rand van het eiland vele kloven of 'barrancos' lopen.


Barranco de Fataga, Gran Canaria

In die kloven zie je veel holwoningen, dit zijn kleine grotten waar vaak nog een stuk aan bijgebouwd is. Deze holwoningen zijn typisch voor Gran Canaria. Een duizendtal inwoners van Gran Canaria zijn nog in holwoningen gehuisvest. Deze holwoningen zijn vaak traditioneel, maar er zijn evengoed moderne exemplaren bij (met flatscreen TV). Als je in de bergen gaat wonen is het logisch dat je de holtes in de rotsen gebruikt als basis om een woning te bouwen.

Beide eilanden hebben een gelijke en bijzondere vegetatiestructuur. Omdat de wind en wolken bijna altijd vanuit het noorden komen is het noorden zeer groen en tropisch van klimaat, terwijl het in het zuiden bijna altijd zonnig en droog is. De bergen houden de regenwolken tegen. In het noorden wordt er veel aan terrasbouw gedaan op de berghellingen. In het zuiden staan er met zeilen overdekte tomaten- en bananenplantages. Deze zeilen dienen om de planten en bomen te beschermen tegen sterke wind en om de zonnewarmte te isoleren. Op Gran Canaria zijn er vele stuwmeren in de bergen, die Franco heeft laten bouwen. In deze stuwmeren kan je zwemmen en sommige zijn zelfs geschikt om op te windsurfen.


Stuwmeer op Gran Canaria

Vroeger zorgden deze stuwmeren voor drinkwater. Nu worden ze uitsluitend gebruikt voor de landbouw. De boeren kunnen (tegen betaling) de stuwdammen laten openen om hun landbouwgebied te laten bevloeien. Op beide eilanden staan Canarische naaldbomen. Deze zijn functioneel voor de watervoorziening. Ze absorberen vocht uit de wolken. Dat water komt dan via de wortels in ondergrondse kanaaltjes terecht die naar beneden lopen. Dat water wordt met chloor gezuiverd tot leidingwater. Mede door de groeiende toeristenstroom sinds de tachtiger jaren is de natuurlijke watervoorraad niet meer toereikend en heeft men ontziltingsinstallaties langs de kust gebouwd.

Toeristische oorden

Zowel op Tenerife als Gran Canaria concentreert het toerisme zich in het zuiden, omdat er daar heel het jaar door aangename temperaturen zijn. In de zomer schommelen de dagtemperaturen tussen de 25 en 35 graden en in de winter liggen de temperaturen overdag tussen de 20 en 25 graden. In het zuiden regent het ongeveer een tiental dagen per jaar, met af en toe eens een tropische storm. Een grote variatie in de seizoenen, zoals wij in België en Nederland kennen, kent men daar niet. Het klimaat blijft doorheen het gehele jaar vrij identiek. Niet voor niets noemt men beide eilanden 'het eiland van de eeuwige lente'.

In de lente en de zomer zijn er af en toe calima's (winden vanuit de Sahara). Deze wind kan heel warm zijn, het lijkt wel of er iemand met een hete haardroger in je gezicht blaast. De calima voert fijn zand en andere stofdeeltjes mee waardoor er een bruine nevel in de horizon ontstaat.

In Tenerife heten de twee meest toeristische zones Playa de las Americas en Costa Adeje. In Gran Canaria bevindt het massatoerisme zich in Playa del Ingles en Maspalomas. Playa de las Americas en Playa del Ingles zijn de twee drukste gedeeltes. Costa Adeje en Maspalomas zijn de rustigere gedeeltes.

Playa de las Americas en Playa del Ingles zijn echte vakantiedorpen. Vooral in juli en augustus is het daar erg druk. Er zijn honderden hotels, restaurants, winkelcentra, karaokebars, cafés met zangers en entertainers, discotheken, casino's, straatkunstenaars, etc. De toerist ontbeert geen mogelijkheden om geld te spenderen. Maspalomas is vrij uitgestrekt en bestaat hoofdzakelijk uit bungalowparken. Maspalomas heeft een rustieke sfeer.


Tenerife

Als je Playa de las Americas vergelijkt met Playa del Ingles, komt Playa del Ingles op het eerste zicht veel chaotischer en drukker over. Er is een wirwar van straten, niet echt een hoofdstraat die de kustlijn volgt. Playa de las Americas in Tenerife oogt iets moderner, en als toerist is het veel gemakkelijker om daar je weg te vinden, omdat het logisch is opgebouwd. Er loopt een 12 km lange promenade van Los Christianos tot Costa Adeje langs de kustlijn waarrond alle commerciële faciliteiten geconcentreerd zijn. In Playa del Ingles zijn er verschillende commerciële centra verspreid over het hele gebied. Deze commerciële centra's bestaan uit winkels, bars en discotheken.

Vele toeristen verkiezen Playa del Ingles boven Playa de las Americas omdat Playa del Ingles een heel breed, natuurlijk zandstrand heeft. Tussen Playa del Ingles en Maspalomas ligt een groot duinengebied. Er zijn verschillende verklaringen over het ontstaan van de zandduinen. De meest gangbare opvatting is dat de duinen gevormd zijn door fijn zand dat overgewaaid is met de calima's vanuit de Sahara. Een recentere theorie luidt dat de duinen ontstaan zijn door een vloedgolf na de aardbeving in de buurt van Lissabon in 1755. In Playa de las Americas liggen alleen artificiële zandstranden en stranden met veel stenen.

Op beide plaatsen heb je van het zuiden naar de westkant toe nog iets rustigere verblijfszones, waar vaak de iets luxueuzere hotels gebouwd zijn. Een groot verschil met Gran Canaria is dat er op Tenerife veel meer bouwruimte is in het zuiden. Op Gran Canaria zijn de vlaktes in het zuiden schaars. Puerto Rico, Taurito en Playa de Mogan liggen in bergvalleien. In Puerto Rico zijn honderden trapvormige hotels dicht op mekaar gebouwd. Het voordeel is dat je daar bijna overal van een prachtig zeezicht kan genieten, en het is er bijna altijd goed weer omdat het afgesloten ligt in een vallei. Het nadeel is dat je in deze oorden een beetje afgesloten bent van de buitenwereld. Om daar te geraken moet je langs wegen rijden die uitgekapt zijn in de steile rotswanden.

In Tenerife en Gran Canaria is het leuk rijden met de auto als je van bergen en bochten houdt. Logischerwijs zijn de snelwegen langs de kustlijnen gebouwd, en echt recht zijn ze dan nog niet getrokken. De snelwegen worden gekenmerkt door vele heuvels, bochten, tunnels en zijn niet zelden onderhevig aan sterke windvlagen. Het moet bloed, zweet en tranen gekost hebben om deze autostrades te bouwen. Als je doormidden het eiland gaat ben je langer dan een uur onderweg om aan de andere kant van het eiland te geraken, omdat je dan via de meanderende bergweggetjes moet klimmen en dalen, voornamelijk in tweede en derde versnelling.

Het surfen

Wat voor jongeren deze eilanden aantrekkelijk maakt zijn de vele sport- en uitgaansmogelijkheden. Tenerife en Gran Canaria zijn uitstekend om te golfsurfen. De beste tijd van het jaar is de winter. In de zomer kan je ook surfen, maar dan zijn de golven redelijk schaars. In de zomer zijn er maar een aantal dagen per maand dat je echt goed kan surfen, hoewel golven een zeer variabel gegeven zijn. Dit kan verschillen van zomer tot zomer. In de winter zijn er meer en hogere golven dan in de zomer. Maar het is ook iets frisser.

Wanneer je als buitenlander op een plek gaat surfen waar veel surfers in het water liggen, word je soms weggejaagd door 'locals'. Localism is een fenomeen dat wereldwijd in surfgebieden voorkomt, enigszins begrijpelijk, omdat perfecte golven een beetje schaars zijn en degenen die er wonen het meest recht hebben op het gebruik ervan, maar anderzijds is de zee van iedereen. In ernstige gevallen ontaard localism in stenen gooien, vechten of vandalisme van persoonlijk bezit (zoals krassen in de autoruiten). Dit kan je altijd vermijden door vriendelijk gedag te zeggen, af en toe eens voorrang te geven, de surfverkeersregels te respecteren (wie het dichtst bij het breekpunt de golf neemt mag hem uitsurfen) en door jezelf niet te laten wegjagen natuurlijk.

Het voordeel in Tenerife is dat de beste golven zich in het zuiden bevinden, in las Americas, bij de toeristische zone. In Gran Canaria moet je de bus nemen of zelf naar het noorden rijden, hoewel er sommige dagen ook goed in het zuiden en het westen kan gesurfd worden, afhankelijk van de wind en de stroming. In de winter zijn er af en toe golven aan de vuurtoren van Maspalomas en in de zomermaanden kan je soms surfen aan het uiteinde van de zanduinen.

De beste golf of breekpunt in Tenerife (Playa de las Americas) is 'La Izquierda'. 'El Fitaña' is met momenten ook niet slecht, maar meestal zijn er daar redelijk steile golven, hoewel de stroming kan wijzigen. De beste surfspot in het noorden van Tenerife is 'El Socorro' in Los Realejos. In het noorden zijn er over het algemeen meer golven maar in het zuiden zijn de golven beter gevormd.

De beste surfspots in Gran Canaria liggen in het noorden: 'El Confital' en 'El Cicer' in Las palmas. 'El Confital' wordt door velen 'la mejor derecha de Europa' genoemd, de beste golf die van rechts naar links rolt in Europa. Dit heeft te maken met een aantal factoren.

Het wordt bepaald door de natuurlijke architectuur. Deze golf breekt in de inham van een schiereiland. Achter het strand ligt een berg waardoor er geen wind vanuit het binnenland mogelijk is (wind uit het binnenland zorgt voor slechte golven om op te surfen).

Verder loopt de kustlijn krom waardoor de golf op unieke wijze in een bocht breekt. Telkens wanneer deze golf breekt eindigt ze in een versnelling met een 'tube' of tunnel, waarin je surfers in ziet verdwijnen en vervolgens weer tevoorschijn komen. Een golf die van rechts naar links rolt geeft betere tubes omdat je dan met je gezicht naar de golf toe staat.

Ten slotte is Gran Canaria een afgelegen eiland, dat in de sterke stroming van de Atlantische oceaan ligt. Al deze condities maken van 'El Confital' een van de beste surfplaatsen van Europa. Je moet wel opletten voor de gevaarlijke rotsen en geen waardevolle spullen achterlaten in de auto want deze buurt is gekend voor haar criminaliteit.


El Confital

Bij 'El Cicer' in Las Palmas heb je golven op een zandstrand, wat toch een aangenaam voordeel is. Deze spot is goed om te leren. Soms kan het druk zijn op deze spots, iets meer afgelegen in het noordoosten ligt 'San Andrés'. Goedgevormde golven en weinig volk. Nog meer oostelijk daarvan ligt Galdar, waar zich de meest agressieve golf van het eiland bevindt: El Frontón. Omdat deze zo steil is, is ze alleen maar geschikt voor bodyboarders.

Men zegt wel eens dat als je op de Canarische eilanden leert surfen dat je overal ter wereld kan surfen, omdat de golven daar naar alle kanten rollen, dankzij de verscheidenheid aan stromingen en surfspots.

Op Tenerife en Gran Canaria kan je ook heel goed kite- en windsurfen. Op Tenerife gaan de meeste kite- en windsurfers naar El Médano, een zandstrand met veel wind. Op Gran Canaria zijn er iets minder kiters, omdat de ondergrond vrij rotsachtig is langs de westkant. Als de wind goed staat wordt er ook gekite aan de zandduinen van Maspalomas. De beste windsurfspot op Gran Canaria is Pozo Izquierdo, naast het windmolenpark. Daar heb je bijna voortdurend sterke wind. In Pozo wordt soms het wereldkampioenschap windsurfen gehouden.


Pozo Izquierdo, de place 2 B voor windsurfers

Uitgaan

Het uitgaansleven in Tenerife en Gran Canaria is zeer vrij en uitgebreid. In Playa del Ingles zijn de meeste bars en discotheken gevestigd in het commercieel centrum 'Kasbah'. De uitgaansbuurt van Playa de las Americas noemt 'Las Veronicas'. Meestal is de inkom gratis en moet je enkel voor drank betalen.

Gran Canaria scoort iets beter dan Tenerife op het vlak van uitgaan, omdat er een groter aanbod is en omdat er heel het jaar door tamelijk veel activiteit is in de discotheken, terwijl in Tenerife voornamelijk tussen juni en september het nachtleven open bloeit.

In Tenerife heeft het uitgaansleven een wat meer Engelse tint omdat de Engelsen daar in getale overheersen. Laten we zeggen dat de Engelsen nog iets losbandiger zijn in hun doen en laten. In en rond de discobars van 'Las Veronicas' heb ik dikwijls strippende tieners, comazuipers en knokpartijen gezien. Engelsen gaan ook dikwijls verkleed uit. Als ze in groep zijn meestal in eenzelfde thema: als verpleegsters, voetballers, army girls, hippies,...


Kasbah

In de Kasbah op Gran Canaria kan je gedurende juli en augustus werkelijk over de koppen lopen. Het transformeert tot een feestoord dat thuis hoort in het rijtje van Salou, Lloret de Mar en Ibiza.

Samenstelling van toeristen

Uit een aankomststatistiek van het jaar 2010 blijkt dat in Tenerife 46 % van het totale aantal toeristen uit Engeland kwam. Zij hebben dus een belangrijke invloed op de ontwikkeling van de omgeving. Op de tweede plaats staan de Duitsers met 21 %. Vervolgens komen België (5%), Nederland (3%), Zweden (3%), Finland (3%), Ierland (2%), Denemarken (2%), Noorwegen (2%) en Italië (2%).

Voor hetzelfde jaar waren 28 % van de toeristen in Gran Canaria afkomstig uit Duitsland, gevolgd door Engeland (21%), Noorwegen (10%), Zweden (8%), Nederland (6%), Denemarken (5%), Finland (5%), België (3%), Ierland (3%) en Zwitserland (3%).

Tenerife wordt gedomineerd door de Engelsen. Zij vallen ook het meest op in het straatbeeld omdat ze soms meer tatoeages dan tanden in hun mond hebben. De vrouwen zijn een beetje ordinair gekleed: ze dragen fluorescerende jurkjes, korte rokjes of gewoon lange T-shirts. Ook: tienermoeders. Af en toe zie je nogal jonge moeders met hun baby’tjes in cafeetjes zitten. In de hotels zie je dat de Engelsen graag optimaal gebruik maken van hun all inclusive. Vanaf ’s middags nuttigen ze veel biertjes en felgekleurde alcoholische drankjes. Die Engelse aanwezigheid bepaalt grotendeels de sfeer van Playa de las Americas. In Gran Canaria zijn er veel minder Engelsen.

De Duitsers zijn op beide eilanden in grote mate aanwezig, zij vormen 20 tot 30 % van het totale toeristenbestand. De Scandinaviërs zijn ook op beide eilanden sterk vertegenwoordigd, maar iets meer in Gran Canaria. Er zijn meer Belgen dan Nederlanders op Tenerife, en meer Nederlanders dan Belgen op Gran Canaria.

De aanwezigheid van Scandinaviërs is sterk seizoensgebonden. In een aankomststatistiek van de maand januari 2011 staat voor Tenerife: Finland (5%), Zweden (5%), Noorwegen (4%) en Denemarken (4%). Voor Gran Canaria: Noorwegen (15%), Zweden (12%), Denemarken (7%) en Finland (7%). De Scandinaviërs zijn vooral aanwezig in de winter. Zij brengen graag een deel van de winter door op één van deze eilanden omdat het daglicht in Scandinavisch landen schaars is tijdens de winter. Hiermee ontvluchten ze een winterdepressie.

Elk eiland heeft voor- en nadelen

Het zijn twee verschillende eilanden die ook veel gelijkenissen hebben. Qua natuur heeft Tenerife veel meer te bieden, bovendien kan je vanuit Tenerife gemakkelijk de boot nemen naar het groene en dunbevolkte eiland La Gomera, en daar een eilandrondrit van een dag maken. La Gomera is een prachtig eiland waar tot op de dag van vandaag nog steeds een fluittaal (El Silbo) gebruikt wordt om in de bergen te communiceren.

In Tenerife is het handig dat de surfspots aan de toeristische zone las Americas liggen. Om te leren surfen is het een must om dicht bij het strand te wonen, zodat je dagelijks kan kijken of er golven zijn. De golf 'La Izquirda' in Tenerife rolt heel breed, daar kan je heel lang surfen. De meest bijzondere surfspot is echter 'El Confital' op Gran Canaria, maar die ligt wel in het noorden in Las Palmas.

Ten slotte zijn er in Playa del Ingles op Gran Canaria iets meer discotheken dan in Playa de las Americas op Tenerife. Als je buiten het zomerseizoen gaat is er meer te beleven in de discotheken van Kasbah, maar in de zomer is het op beide eilanden erg goed om uit te gaan.

maandag 5 juli 2010

Werken als reisleider: typologie van toeristen

Vanuit elke job doe je specifieke ervaringen op. Iemand die al jaren als veiligheidsagent bij de douane op de luchthaven werkt, ontwikkelt een extra oog om smokkelaars te herkennen. Hij analyseert gedrag en merkt kleine trekjes op die smokkelaars herkenbaar maken, zoals doelloos heen en weer lopen, naar de wc gaan, een gespannen gezicht en andere gedragingen die wijzen op zenuwachtigheid.

Als reisleider leer je ook menselijke trekjes herkennen, omdat je in heel diverse situaties terechtkomt zoals conflicten en crisistoestanden en ziet hoe mensen daar op reageren. Een voorbeeld. Als mensen aankomen op de luchthaven en hun koffer rolt niet van de band, beweren mensen vaak dat er noodzakelijke medicamenten in zaten, in de hoop daarmee hun koffer zo snel mogelijk terug te krijgen. Dat is een typische ‘menselijke’ leugen. Een verloren koffer komt overigens 1 à 5 keer op de 1000 voor. Gemiddeld duurt het 31 uur voor dat de verloren koffer op bestemming zal aankomen.

Wannneer je een tijd lang in toerisme werkt leer je vanop afstand een Engelsman, een Nederlander, een Duitser of een Rus te herkennen, aan de hand van hun kleding, uiterlijk en gedrag. Los van bevolkingsgroepen bestaan er bepaalde types toeristen. Deze verschillende types zijn tot stand gekomen door opvallend gedrag en attitudes van toeristen te registreren en te categoriseren.

Vanuit het oogpunt van een reisleider of gastheer kunnen de volgende types onderscheiden worden:

De repeater gaat elk jaar naar hetzelfde hotel in dezelfde bestemming. Hij is vertrouwd met de omgeving en heeft goede contacten met het hotelpersoneel. Niet zelden probeert hij een bepaalde (favoriete) kamer te reserveren. Af en toe boekt de repeater een ander hotel op dezelfde bestemming, zodat hij toch wat variatie creërert in zijn reizen zonder te veel risico te hoeven nemen. Een repeater boekt weinig excursies omdat hij de omgeving uit zijn broekzak kent. Daarom is het noodzakelijk het excursieprogramma af en toe te vernieuwen of tijdelijke excursies te organiseren die inspelen op lokale evenementen zoals concerten of traditionele volksfeesten. Repeaters gaan meestal op vakantie buiten het hoogseizoen en het zijn voornamelijk oudere mensen. Omdat het aandeel van ouderen in onze samenleving stijgt wordt deze groep steeds groter.

De klager. Dit soort gast is een touroperator liever kwijt dan rijk. Hij is altijd op zoek naar iets om een klacht neer te leggen. Een oplossing voor deze klacht is moeilijk te vinden omdat hij eerder op zoek is naar erkenning of sociaal contact in plaats van dat hij een grondig probleem aankaart. Hij is bekend bij de customer services. Het kost veel inspanning om de hem tevreden te stellen. Vaak dreigt de klager contact op te nemen met Test-Aankoop om de manier waarop hij behandeld is aan te klagen.

Wie via een touroperator boekt, wordt altijd na de aankomst uitgenodigd voor een informatiebijeenkomst. Het doel van een infomeeting is de gasten algemene info over het hotel en de omgeving te geven en excursies te verkopen. De saboteur is iemand die de normale gang van een infomeeting verhindert door storende opmerkingen te geven of persoonlijke klachten (vb. ontevredenheid over de hotelkamer) aan te brengen tijdens de uiteenzetting. Als iemand een persoonlijke klacht ter sprake brengt moet je deze onmiddellijk de kop indrukken door te zeggen dat het probleem na de meeting behandeld zal worden. Een saboteur kan ook een repeater zijn met veel kennis over de omgeving die achter elke uitgesproken zin persoonlijke commentaar wilt toevoegen. Een echte saboteur is iemand die vervelend wil doen. In het ergste geval vertelt hij luidop aan de groep waar je een bepaalde excursie ergens anders goedkoper kan boeken.

Wanneer een gast na de infomeeting excursies reserveert, kan het zijn dat hij nog niet onmiddellijk kan betalen omdat hij nog geen geld gewisseld heeft. Als de excursie de volgende dag doorgaat kan de reisleider al een ticket geven en de mogelijkheid aanbieden om later op de week tijdens één van de bezoektijden te komen betalen. Tijdens een drukke zomer is het soms moeilijk om verschillende zaken tegelijk op te volgen. Kan je de dag van vandaag rekenen op de goedheid van de mens? Jammer genoeg niet. De wanbetaler is iemand die niet terugkomt om te betalen in de hoop dat de reisleider het vergeet. Soms zijn berichten nalaten of telefoneren niet genoeg en moet je de gast overdag in het restaurant opsporen of ‘s avonds op de kamer gaan opzoeken om hem te pakken te krijgen. 

De heethoofd manifesteert zich bij probleemsituaties, zoals aanzienlijke vluchtvertragingen, crisissituaties of collectieve klachten. Tijdens een infomeeting worden soms ernstige klachten aangebracht die de hele groep aanbelangen. Dit kan een tekortkoming van het hotel of de touroperator zijn, zoals het zwembad dat leegstaat wegens schilderwerken, geluidsoverlast door renovatiewerken of de alcoholische drankjes die niet inbegrepen zijn bij all inclusive terwijl het wel zo zwart op wit in de reisbrochure vermeld staat. Gasten gaan in dit geval samenwerken om hun belangen te verdedigen. De reisleider staat tegenover een groep en probeert naar een realistische oplossing te zoeken waarbij de gasten zich tevreden kunnen stellen. Dit impliceert vaak een proces van onderhandelen en argumenteren. Dikwijls zit er een heethoofd tussen de gasten. Die reageert erg kwaad en zorgt voor het meeste tegenstand. Vaak heeft hij op dat moment veel aanhang omdat hij de belangen van de groep verdedigt en druk uitoefent. Hij kan erg vervelend zijn door aggressief te reageren, persoonlijk aan te vallen, irrationeel te argumenteren, zich niet coöperatief op te stellen, veeleisend te zijn en veel spanning te veroorzaken.

De alleenreiziger komt af en toe voor. Mensen reizen alleen om verschillende redenen, maar in mijn ervaring als reisleider is iemand die op z'n eentje een pakketreis boekt dikwijls een vreemde persoonlijkheid, iemand waar op een of andere manier iets aan scheelt. Vaak reserveert dat soort persoon veel excursies om zo in contact te komen met andere mensen.

De panikeur boekt ruim op voorhand, pakt een week op voorhand in, staat extra vroeg op om te vertrekken en komt ruim op tijd aan op de luchthaven. De panikeur stelt meteen na de aankomst op de informatiebijeenkomst veel praktische vragen over de terugreis, en zal op het einde van de vakantie nog dikwijls vragen of er geen vluchtwijziging is. Als er iets afwijkt van het normale schema, zoals een bus van het hotel naar de luchthaven die tien minuten vertraging oploopt zal hij als eerste naar de reisleiding bellen om dit te signaleren.

De standaard toerist gaat met een touroperator op reis, meestal naar een zonnige bestemming aan de kust, om te bruinen, te ontspannen en een vreemd land te leren kennen.

De avonturier gaat op zoek naar zo veel mogelijk nieuwe ervaringen, om zijn blik op de wereld te verbreden. Hij gaat iets verder dan de doorsnee toerist en probeert zich te verdiepen in een vreemde cultuur. Een avonturier blijft geen week aan het zwembad van een hotel. Hij boekt geen all inclusive. Een avonturier gaat bij voorkeur niet met een touroperator op reis, hij boekt zelfstandig een vlucht, indien nodig enkele hotels, stippelt op voorhand een reisroute uit en maakt gebruik van lokale transportmiddelen. Een avonturier is geen big spender in die zin dat hij weinig uitgeeft aan luxeproducten. Een avonturier zoekt ongerepte landen op, waar nog authenticiteit te vinden is en mijdt massatoeristische oorden.

Iemand met ervaring als reisleider of gastheer kan deze types zeer snel identificeren aan de hand van vragen, opmerkingen, antwoorden en andere gedragingen van toeristen. Deze indeling in types is nuttig omdat je met kennis ervan adequaat kan reageren op hun specifieke behoeften. Een repeater kan je bijvoorbeeld makkelijk screenen door een infomeeting te beginnen met de vraag wie er al eens geweest is in het land. Zijn er alleen maar gasten die het land al meer dan 10 keer bezocht hebben, dan heeft het weinig zin om veel energie te steken in het verkopen van excursies, tenzij je iets nieuw kan aanbieden.

Vervelende of onredelijke klagers komen gelukkig niet al te veel voor. Meestal zijn klachten terecht. Soms kan je tijdens een infomeeting of bezoekuur overspoeld worden door een opeenstapeling van klachten en problemen. Gasten hebben betaald voor een reis en keken al lang uit naar hun vakantie. De verwachtingen liggen daarom hoog. Verwachtingen worden opgebouwd vanaf dat de gast foto’s van de reisbrochure ziet. Klachten zijn meestal gebaseerd op een verschil tussen verwachtingen en wat de gast in werkelijkheid krijgt. Je kan de vergelijking maken tussen een positief vakantiegevoel en een strandbal. De bal wordt opgeblazen met verwachtingen. Een vluchtvertraging, overboeking, constructiewerken in het hotel, geluidsoverlast, kakkerlakken, een slechte kamer of een verouderd hotel zijn allemaal elementen die lucht uit de strandbal doen verdwijnen, waardoor er deuken ontstaan. Als reisleider is het je taak om die strandbal terug op te blazen zodat hij mooi rond is. Soms kunnen de emoties van de gast hoog oplopen. De ene mens is gemakkelijker als de andere om mee te onderhandelen. Het is goed wanneer een gast zich constructief opstelt, door actief mee te zoeken naar een realistische oplossing. Anderen reageren irrationeel of worden erg kwaad. Je kan alleen maar geïntimideerd worden als je jezelf laat intimideren. Door iemand te laten zitten kan je zijn agressie matigen.

Bij tekortkomingen van het hotel of de touroperator zullen er financiële compensaties of gratis excursies aangeboden worden. Uit de realiteit blijkt de gasten die het hardste klagen de meeste compensaties krijgen. Klantentevredenheid is zeer belangrijk. Het is veel kostelijker om nieuwe klanten te winnen dan de bestaande te behouden.